Monthly Archives: April 2003

Mew – Frengers (Not quite friends but not quite strangers)

Scandinavië lijkt een welhaast onuitputbare bron te zijn van bandjes die een frisse draai geven aan oude invloeden, er zelf iets aan toe weten te voegen en een plaat op de plank leggen die duidelijk zijn invloeden weergeeft, maar er toch toe doet doordat er gewoon erg leuke liedjes op staan. Dat geldt dus óók voor het nog piepjonge Mew, dat door haar invloeden (My Bloody Valentine, Lush en een zanger die klinkt als Jonathan Donahue van Mercury Rev) nergens verhult, maar verpakt in pareltjes zoals “Am I Wry? No” en post-rock (als in niet standaard abacab-liedje)-achtige “Comforting Sounds”. Alle reden om gehypet te worden in Engeland en “Comforting Sounds” werd dan ook pardoes, en terecht, door de NME al tot single van de week gebombardeerd, het middenstuk van de plaat is misschien niet even sterk als deze twee tracks, maar ook “She Came Homre For Christmas” en het betoverende balladduet van zanger met Stina Nordenstam “Symmetry” Geen reden om zuur te zijn over zo’n internationaal debuut, Mew schijnt al twee platen in Denemarken uitgebrachte te hebben, hooguit over de ietwat rare hoesfoto. Ze kunnen zo aansluiten bij al die andere Scandinavische bands die doorbreken

File: Mew – Frengers (Not quite friends but not quite strangers)
File Under: Danish Pop Dynamite

RPWL – Stock

Het is eng, bijna heel erg eng. Volgens mij heb ik nog nooit een band gehoord die zo Pink Floyd klinkt dat als je niet beter wist je zou denken dat je naar teruggevonden en nooit uitgebrachte Floyd-opnames zit te luisteren als je RPWL hoort op Stock. En dan luister je niet eens naar een reguliere PRWL plaat, maar restopnamen die van hun eerste twee platen God Has Failed en Trying to Kiss the sun die niet pasten in het concept, maar nog wel de moeite waren om uit te brengen. Door openingstrack “Opel” wordt je natuurlijk nog eens extra op het verkeerde been gezet. Dat is natuurlijk ook een cover een Syd Barrett nummer. Daarna gaat het het gewoon stug door met het grote Floyd imitatiegebeuren tot het ietwat buitenbeentje Beatles-achtige “Who Do You Think You Are?” en de hidden track in “Forgive Me Part 3”. Het is bijna genant allemaal, maar het komt er gewoon zo dicht bij dat het je onmogelijk kan irriteren. Want dat ze voortreffelijke songs kunnen schrijven blijkt wel uit het tien minuten magnus opus “The Gentle Art Of Swimming”, dat als een warm bad aanvoelt met zijn prachtig uitgewerkte solos waar Gilmour bijna jaloers van zou worden. En dat het allemaal op Floyd lijkt? Ach het zal me worst zijn. Net als het feit dat RPWL ooit begon als Pink Floyd-coverband.

File: RPWL – Stock
File Under: Pink Floyd Jr.

Boxstep – The Faces All Look On

De eerste ronde lukte het niet met Boxstep en hun debuutalbum The Faces All Look On, de CD was alleen maar beschikbaar via de importkanalen. Daar is nu dus verandering in gekomen. Nu nog de vraag beantwoorden of we daar blij mee moeten zijn. Hmmm tja dat is wat lastiger. Je krijgt natuurlijk wel een plaat voor je kiezen die al uit 2001(!) stamt. Muzikaal zit het op zich eigenlijk wel snor bij Boxstep. Ergens in de Bermuda-driehoek The Bad Seeds, Palace Music en GSYBE zwemmen de tracks rond. “My Slate Roof” zou echt niet misstaan op een Cave album zelfs. Eric Graf is duidelijk een getalenteerde songschrijver en David Wallace een dito gitarist smaakvol gebruik van de twee violen en accordeon door de rest van de band. Eén ding staat me alleen tegen op de deze plaat. En dat is de stem van Graf. In bovengenoemde “My Slate Roof” wil je geen halfvaste ietwat iele en valse stem horen, maar wil je Cave pijn horen lijden, want dat verdient dat liedje gewoon! Niet in alle tracks stoort de stem van Graf, maar in de meerderheid is het net over het randje. Maar goed er zijn ook mensen die dat weer wél goed vinden. Een beetje een twijfelgeval dus. Misschien dat het op een volgende plaat weer terugspringt naar de andere (goede) kant van het randje.

File: Boxstep – The Faces All Look On
File Under: Goede band, goede plaat, nu nog een goede zanger

Pete Yorn – Day I Forgot

Pete Yorns’ debuut musicforthemorningafter scoorde in 2001 op een schaal van 1 tot 10 toch wel een dikke 9. Altijd lastig om dat nog te overtreffen, een 10 wordt immers niet zo vaak uitgedeeld. Eigenlijk kon Yorn dus niet veel anders dan teleurstellen met Day I Forgot, en helaas is dat ook zo. Alleen in de wat rustiger nummers haalt Yorn af en toe de klasse van musicforthemorningafter. In zijn geheel is Day I Forgot een stuk meer rock georiënteerd, waardoor Yorn gaat klinken als een soort folkie Eddie Vedder (luister maar eens naar “Burrito”). Het zou me niet verbazen dat het rockgeluid komt door het vele toeren dat Yorn de afgelopen twee jaar gedaan heeft, maar de grotere hoeveelheid elektrische gitaar en minder mondharmonica trekt dit album uit balans en dat is toch wel jammer. De gepassioneerde rauwe schoonheid is vervangen door een meer geproduceerd geluid. Vervelend is dat de plaat niet slecht is, Day I Forgot blijft best overeind tussen de platen die al uit gekomen zijn dit jaar, maar scoort ten opzichte van musicforthemorningafter slechts een mager zesje, waar je gehoopt had dat, gezien het talent dat Yorn zonder twijfel heeft, er minimaal weer een negen uit de bus zou rollen. Of meer….

File: Pete Yorn – Day I Forgot
File Under: Een mager zesje

Schwarz – Cheesy

Het houdt niet op met goede platen vanuit het Iberisch schiereiland. Cheesy, het nieuwe album van het Schwarz is er weer een lijkt luchtig te beginnen met een orgeltje. Ga je dat echter minutenlang achter elkaar doen dan word je er ofwel door geïrriteerd of gefascineerd. Net als je wilt gaan FFWD naar de volgende track pakt Schwarz je echter bij je lurven en kladden voert het tempo en zuigt je naar de luidsprekers. Wat volgt is een diverse plaat vol schoenstaarderij, flarden Mogwai, theremin-gebruik, af en roe raar geïnstrumenteerde, met speelgoedinstrumenten, nummers met, herinneringen aan voorla het gitaargeluid van Sonic Youth’s Daydream Nation in de titeltrack. Eén ding is zeker: na “Say Goodbye With A Kiss” is er geen garantie voor een kus van het gehele volk, daar is dit te veel een rariteitenkabinet. Sta je open voor een avontuurlijk plaatje, ben je hier wél aan het goede adres, zoen je Schwarz vol op de mond, bestudeer je de hoes (rare foto is dat) is het allerminst goodbye en heb je toch nog zeker een draaibeurt of 5 nodig om het allemaal helemaal te bevatten wat je voorgeschoteld krijgt. Allerminst goedkoop en waardeloos zoals de titel zou kunnen suggereren.

File: Schwarz – Cheesy
File Under: Weer een toffe plaat van Spaanse makelij

Boo! – TNTLC

Er is volgens mij geen buitenlandse band vaker in Nederland gesignaleerd de afgelopen twee jaar dan het Zuid-Afrikaanse trio Boo!. Stapje voor stapje hebben ze hier vaste voet aan de grond gekregen. Elke keer als ze terugkwamen om hier optreden zijn er grotere zalen meer publiek, en enthousiaste cd-kopers. Voor hen was het tot nu toe niet altijd net zulk feest als bij de optredens, want op plaat maakte Boo! niet waar wat ze in de zaal wel konden maken: feest. Beter dan op, beetje flauwe titel overigens, TNTLC deden ze het volgens hun zelf nog niet en dat was dus ook niet zo lastig. Een bijna bizarre mix van allerlei genres krijg je voorgeschoteld. Af en toe zou je wensen dat je in plaats van de vele synths wat meer gitaarwerk voorgeschoteld zou krijgen, dat zou de liedjes wat meer body geven. Ben je niet allergisch voor mannen die vier octaven halen, vind je synths tof, denk je vol weemoed terug aan, veelal, de jaren 80 en zoek je een plaat als goede voorbereiding op een vrolijke (dans-)avond uit? Bij Boo! Ben je aan het goede adres. Morgen de wereld? Zou kunnen, maar dan zal het denk ik toch wel zaal voor zaal duren. Kan dus nog wel even duren.

File: Boo! – TNTLC
File Under: Monkie Punk!

Smalltown Romeos – Superfiction

Hoe zou Crowded House met meer ballen klinken? Heb je je dat wel eens afgevraagd? Het antwoord hierop kan ik je met redelijk grote zekerheid wel geven. Grote kans dat je dan uit komt bij het ondertussen, in ieder geval live, tot kwartet uitgedijde Smalltown Romeos uit Eindhoven. Op Superfiction krijg je geraffineerde samenzang in sterke popliedjes, maar meer en harder gitaarwerk dan Crowded House je ooit voorschotelde, wat gelijk al duidelijk wordt bij openingstrack en single “Superman Or Charlie Brown“, dat ook gelijk één van de best tracks is van deze plaat. Het is wat lastig meezingen met het refreintje, ik struikelde over mijn tong in ieder geval, maar na een paar keer luisteren gaat het als vanzelf. Niet alles is vol gas op de plaat, voor een mooie ballad als “Like Nothing (Is What It Seems)” is ook op zijn plaats. Alleen die afsluitende herrie had voor mij niet gehoeven, ik bleef zo ook wel goed wakker bij deze plaat. Of is dit om al die bandjes met NY en Detroit zang te laten horen dat het gemakkelijker is van die rauwe muziek te maken dan een vakkundig popliedje? Want vakkundige popliedjes die blijven hangen staan er genoeg op Superfiction

File: Smalltown Romeos – Superfiction
File Under: Crowded House met meer ballen

Holopaw – Holopaw

Alt.Country liefhebbers kunnen hier wel vast stoppen met lezen, naar de winkel gaan en Holopaws debuutalbum blind aanschaffen. Zanger John Orth zou je kunnen kennen van Ugly Casanova‘s Sharpen Your Teeth van vorig jaar waarop hij op twee van de langzamere nummers meedoet en deze ook schreef. Op Holopaw krijg je tien ietwat weemoedige liedjes voorgeschoteld met grotendeels traditionele instrumenten (u weet wel akoestisch, viool, slide, brushes op de drums) maar juist door ook gebruik van wat spaarzame electronica (“bijvoorbeeld in het betoverend mooie “Abraham Lincoln”) onderscheiden de liedjes zich van de standaard alt.country die mij normaal niet zo heel veel doet op een uitzondering na. Dromerig, onconventioneel, soms wat spooky indie-country zoals Wilco op Yankee Hotel Foxtrot laat horen, met een stem die wel wat wegheeft van Will Oldham. Muzikale schoonheid gebaseerd op een traditioneel geluid, met moderne invloeden in combinatie met fascinerende anno-nu teksten. Wat wil je nog meer?

File: Holopaw – Holopaw
File Under: Alt.Country, tussen Wilco en Will Oldham

Pineapple Thief – Variations On A Dream

Cyclops / Bertus

Wederom stond de hele muziekwereld op zijn kop. De nieuwe Radiohead was uitgelekt. En dan niet eens de ‘echte’ maar ruwe onaffe mixen. Stond de wereld ook maar op zijn kop als Pineapple Thief een nieuwe plaat uitbrengt. Dat zou namelijk helemaal niet onverdiend zijn. Waar Radiohead nogal scherp uit de bocht vloog na The Bends, dat wat mij betreft nog steeds het beste Radiohead-album is, met OK Computer, pikt Pineapple Thief de draad daar op met 137 en borduurt op Variations on a Dream verder. Dat deden ze al erg goed op het vorig jaar verschenen 137, maar op Variations on a Dream doen Bruce Soord en consorten het gewoon nóg beter. Dus wel experiment, maar niet zo overdreven. Het liedje in het teken van het liedje en niet van het experiment. Radiovriendelijk, zonder het experiment uit de weg te gaan, maar niet rete-commercieel. Radiohead, maar niet te. Wel verdomd goed gitaarspel overigens en een 16 minuten durende afsluiter die om is voor je het door hebt. Nog maar eens opzetten en hopen dat ook het grote publiek dit onder ogen krijgt, Pineapple Thief verdient dat namelijk.

File: Pineapple Thief – Variations on a Dream
File Under: Doorbraakplaat?

Evanescence – Fallen

Sony

Afgaande op de single “Bring Me To Life” zou je best kunnen denken dat Evanescence een vrouwelijke kloon is van Linkin Park. Zelfde soort samples, overbekende mix van zang (wel een vrouw in dit geval) en rap en met een piano-intro. Waar hoorden we dat eerder? Maar goed, mag je dat een band met een 20-jarige zangeres achter de microfoon kwalijk nemen? Ja dat mag! Het maakt niet uit of een band miljoenen of enkele honderden CDs verkoopt het is toch wel leuk als een band wat inventiviteit toont en dat is toch wel iets wat ontbreekt op Fallen…. Toch heeft hun hybride mix van rock/pop/rap wel wat. Hun is in dit geval gitarist Ben Moody en Amy Lee, die gelijk bij de eerste draaibeurt indruk maakt door haar meer dan behoorlijke rockstrot heeft die in de wel wat weg heeft van Lennon Murphy d’r stem. Maar op deze manier, nu-metal met dames stem, hoorden we het eigenlijk nog niet. Dit zal de eerste vrouwenstem gecombineerd met Linkin Park achtige muziek zijn die doorbreekt bij het grote publiek (dat gaat vast ook in Nederland gebeuren namelijk). Haal Lee er uit zet er een man voor en je hebt muziek zoals je al meer gehoord hebt en dat is jammer. Al is een ballad als “My Immortal” toch wel erg goed, maar dat gaat dan ook meer richting Tori Amos, dan richting Linkin Park.

File: Evanescence – Fallen
File Under: Het verrast niet, maar verkoopt wel