Monthly Archives: March 2005

Moneybrother – To Die Alone

Burning Heart / Epitaph

Ik mag dat wel: artiesten die lak hebben aan hokjes en daar naar handelen. Moneybrother is er één van het zuiverste soort. Achter die artiestennaam gaat de Zweed Anders Wendin schuil die ooit in de punkrockband Monster zong. Hij is dan ook vast niet de meest briljante zanger die u ooit heeft gehoord, maar samen met zijn zeskoppige orkestje is hij wel goed voor een dik half uur vermaak op To Die Alone. Tenminste als je het niet erg vindt om in die tijd Thin Lizzy, Abba, Bee Gees, Prince en zelfs Burt Bacharach langs te horen komen. Geen covers dus, maar af en toe lijkt het er wel bijna op. Bij “My Lit’ Girl Is Straight From Heaven” lijkt het bijvoorbeeld wel of Moneybrother alle cd’s van Thin Lizzy door de blender gehaald heeft en ons het afgetapte sapje voorschotelt. Zelden schoten er bij mij zoveel songtitels door het hoofd als bij dit nummer. Het is op het randje wat mij betreft, maar het dondert het er niet af. De mensen die altijd blind de releases van het (eveneens) Zweedse Burning Heart-label aanschaffen zullen wel even moeten slikken als ze deze edelkitsch thuis in hun speler droppen en uit hun luidsprekers horen schallen. Op To Die Alone wordt er immers weinig gepunkt. Toch denk ik dat ook zij uiteindelijk voor Moneybrother zullen vallen. En ach, anders hebben ze voor de volgende kerst vast een cadeautje voor hun moeder, die weet er vast wel raad mee, want elke punk viert immers ook het kerstfeest.

File: Moneybrother – To Die Alone
File Under: Zweedse toverbal
File Video: [They're Building Walls Around Us]

Tobin Sprout – Live at the Horseshoe Tavern

Wigwam / Konkurrent

Voor wie dacht dat Robert Pollard Guided by Voices was en de soloplaten van Tobin Sprout gelijkstonden aan de Fading Captain Series of Airport 5-releases – zij- en bijprojecten van moederschip GbV -, is hier hun ongelijk. Live at the Horseshoe Tavern is een complete opname (een echte ouderwetse dubbelaar) van een concert dat Tobin Sprout met een eigen band gaf in Toronto in april vorig jaar. Tijdens dat optreden speelde hij negentwintig liedjes, allemaal van eigen hand en om de twee CD’s vol te maken werden er nog drie demo-opnames van gloednieuwe songs opgezet. De negentwintig liedjes komen niet alleen van zijn solo-CD’s, maar ook van Guided by Voices-platen en dan blijkt hoe belangrijk Tobin Sprout’s output was voor de catalogus van de voormalige lofi-koningen. Briljante liedjes als “Gleemer (The deeds of fertile Jim)”, “Doding Invisible Rays” en “Atom Eyes” zijn – surprise, suprise – van zijn hand. Grote vraag is dan natuurlijk of Live at the Horseshoe Tavern een belangrijke plaat is in de krankzinnig hoge stapel Guided by Voices-gerelateerde platen. Nee, vrees ik. Liever luister ik naar zijn studio-albums of naar de grote Guided by Voices-platen (Bee Thousand, Alien Lanes en Under The Bushes Under The Stars) waar hij zulke prachtige bijdragen aan leverde, dan naar dit – laten we vriendelijk zijn – aardige, maar al te netjes ingespeelde live-document.

File: Tobin Sprout – Live at the Horseshoe Tavern
File Under: ex-GbV
File Audio: [RealAudioclips]

Crystal Skulls – Blocked Numbers

Suicide Squeeze / Konkurrent

Op 27 februari verscheen er hier een recensie waarin ik een avondlijke autorit van Arnhem naar Nijmegen beschreef. Ik verzuimde te melden dat dit ging om een sollicitatiegesprek. Ik kan je nu vertellen dat ik het geworden ben. Het gevolg is dat ik nu elke morgen om zes uur opsta. Eerlijk is eerlijk, het is vroeg. Het gevolg is dat ik slaapdronken richting Nijmegen rijd. Onderweg passeer ik het Gelredome. Je weet wel dat stadion van dat clubje in geel en zwart en dat stadion waar soms megaconcerten plaatsvinden. Zo is er in juli een optreden van Coldplay. Een band die onder critici niet meer hip is, maar die ik nog steeds leuk vind. Alhoewel zo’n groot stadion van mij nou ook weer niet hoeft. Ik zat me, terwijl het uit Seattle afkomstige Crystal Skulls, door mijn auto galmde, te bedenken dat dit bandje eigenlijk best in het voorprogramma van ze zou kunnen spelen. Er zijn namelijk wel raakvlakken. Het leuke is echter dat ze net wat vrolijker klinken. Het neigt naar dat andere leuke Amerikaanse bandje The Shins. Ik ben dus enthousiast en heb als bewijs dat ik na vierendertig minuten – toevallig de lengte van deze cd – als een ander mens uit mijn auto stap.

File: Crystal Skulls – Blocked numbers
File Under: Optimale ontwaakmuziek
File Audio: [Airport Motels] [No room for change]

A Silver Mt. Zion – Horses in the Sky

Constellation / Konkurrent

“Raar”, bedacht ik me, toen ik Horses in the Sky wederom opzette, het nieuwste werkje van A Silver Mt. Zion Orchestra, ook nu weer met de Tra-la-la Band. “Raar, ik mis een nummer, want ze beginnen gelijk te zingen”. Nou ja zingen, wat daar dan voor doorgaat. Een beetje post-rockplaat begint namelijk kalmpjes en bouwt zich geleidelijk op naar een eruptie van geluid. Bij voorkeur instrumentaal. Maar meneer Efrim Menuck, de grote man achter deze Godspeed afsplitsing, trok zich toch al weinig aan van conventies in de muziekindustrie. Waarmee kenners genoeg weten, want diegenen die al vonden dat Efrim op This is our punkrock al zijn mond had moeten houden, die kunnen Horses in the Sky rustig in de winkel laten liggen. Hij zingt namelijk bijna de hele plaat. En al even onzuiver. Maar ik kan er geen genoeg van krijgen, want het past wonderwel uitstekend bij de desolate muziek die A Silver Mt. Zion maakt. De soundtrack voor een gecombineerde film-noir en een (moderne) cowboyfilm. Het stadje is verlaten, de zon brandt, een reclamebord klappert en piept en de tumbleweed waait voor de voeten van onze held weg. In de verte liggen de misstanden die verholpen moeten worden. Een echte massale shoot-out zit er niet in, in onze film, ook daarmee gaat A Silver Mt. Zion voorbij aan de post-rockconventies, maar de dreiging blijft. En ook al zingt onze held wat onzuiver hier en daar, we vallen toch weer voor hem. Voorwaar een prestatie…

File: A Silver Mt. Zion Orchestra & Tra-La-La Band – Horses in the Sky
File Under: Muziek van onzuivere helden
File Audio: [God Bless Our Dead Marines]

Pfaff – Berliner Blick

That Dam! / Konkurrent

Een paar weken terug was er een documentaire over het onderwijs op televisie. Een leerkracht Nederlands beklaagde zich dat er geen ruimte meer was voor gedichten. Hij kon nog net acht grote namen behandelen, maar meer zat er niet in. Zijn kritiek was verder dat het allemaal leuk moest zijn, alsof wiskunde leuk was. Op de middelbare school (HAVO) zijn bij mij nooit gedichten behandeld, maar op de afdeling stuudjes (VWO) was dit wel het geval. Poëzie is kennelijk alleen voor de elite. Niet dat ik dit erg vond, want het verplicht lezen van de boeken betekende voor mij alleen maar dat ik minder las. De lol ging eraf. Gelukkig voor mij was er eind 2004 een nieuwe cd van Pfaff uit bij zijn eigenThat Dam! Bij Berliner Blick zit namelijk de dichtbundel Bleek van Bas Jacobs, (jawel) de gitarist en zanger van Pfaff. Nu ik een weekje vrij heb (lang leve het onderwijs) kan ik deze eindelijk tot me nemen. Ondertussen draai ik als achtergrondmuziek de cd Berliner Blick. Dit draaien is echter niet zo slim, want Jacobs ragt acht nummers lang op zijn gitaar en schreeuwt (in het Engels) om aandacht van mij te krijgen. Hij wordt hierbij verdienstelijk geholpen door zijn twee (!) drummers. De aandacht voor de bundel krijg ik weer terug in het extraatje dat toegevoegd is. Er staat op de cd namelijk een tiental bonustracks met als albumtitel Chi fa da se, fa per tre, dat een wat rustiger en soms psychedelisch geluid laat horen. Er is dus genoeg te beleven op deze zeer geslaagde uitgave waarmee ik een lange neus kan maken naar die leerkracht Nederlands. Ik lees namelijk voor mijn plezier en krijg er ook nog een puike cd bij. Duh!

File Music: Pfaff – Berliner Blick (met bonus cd Chi fa da se, fa per tre)
File Book: Pfaff – Bleek
File Under: In de betere boekhandel en platenwinkel
File Audio: 15 notes is hier na wat speurwerk te beluisteren

Sarah Bettens – Scream

Flow / Sony

Als u het antwoord weet moet u het maar zeggen, afgesproken? Hoe kan het dat ik ep Go, Sarah Bettens‘ eerste kleine worp sinds het min of meer uitééngaan van K’s Choice best pruimde, maar dat ik bij eerste grote, Scream, al na een nummertje of vier ongeduldig word en bijna geïrriteerd raak? Ik snap er geen pepernoot van eerlijk gezegd. Het was toch echt wel zo dat ik die ep veelvuldig gedraaid had en allerminst niet met tegenzin, nu zit ik bijna elke draaibeurt te verlangen naar het einde van het album. Komt het doordat ik toch al niet echt een groot liefhebber was van K’s Choice? Of mis ik stiekem toch meer dan ik gedacht had bij de ep de geraffineerde hand en tweede stem van broer Gert? Is het de stem van Sarah zelf misschien? Die misschien zelfs nog wat meer schor klinkt dan in de tijd van K’s Choice? Zijn het domweg de liedjes die ik op een handvol na gewoon niet sterk genoeg vind? Terwijl er toch echt wel goede liedjes staan op Scream. Maar dat beperkt zich tot tracks die ik al kende van de ep, het titelnummer en de gevoelige ballade “Sister”. Weet u wat ik het ook kan zijn? Dat het me allemaal te veilig is. Dat ik gehoopt had dat Bettens toch een heel ander pad zou hebben gekozen. Zo extreem als we eerder voorstelden had niet eens gehoeven. Iets dichter in de buurt van de voor haar vertrouwde paden had ook best gemogen. Maar zegt u er ook eens wat van. Is het misschien niet gewoon mijn slechte smaak?

File: Sarah Bettens – Scream
File Under: D'r is wat mee, maar wat?

Queens of The Stone Age – Lullabies to Paralyze

Interscope / Universal

Met de gedachte in het achterhoofd dat Kyuss ten onder is gegaan aan onderlinge strubbelingen was Josh Homme er op gebrand dat zijn huidige band Queens of The Stone Age (“Qotsa”) niet hetzelfde lot zou ondergaan. De derde “Qotsa”-plaat Songs for the deaf bleek een onverwachte voltreffer en het vele spelen dat daarop volgde bleek de band bijna de das om te doen. Met name beroepsweirdo en drugskikker Nick Olivieri zorgde voor veel kommer en kwel wat resulteerde in o.a. afgelaste shows. Zelfs in zijn eigen band Mondo Generator bleek hij destijds zo onuitstaanbaar dat hij de tourbus werd uitgekegeld. Homme zag zich daarom genoodzaakt om zonder Nick verder te gaan. Echter, zonder Olivieri en Dave Grohl (die het te druk had met 1001 eigen projecten) klinkt Lullabies.. behoorlijk vertrouwd. Strakke rocksongs met robotachtige riffs (“Medication”, “Everybody knows..”) klinken als een logisch gevolg op Songs for the deaf. Zelfs de poptic in “Little Sister” en de gepaste gekte in “Someone’s in the wolf” trekken de lijn van de vorige plaat moeiteloos door en het subtiele “I never came” is van grote pracht. Maar toch kan deze plaat de torenhoge verwachtingen niet geheel inlossen. Missen we de uitbarstingen van Olivieri? Zijn de nummers minder sterk of te veilig geproduceerd? Feit blijft wel dat de CD op het einde aanzienlijk aan kracht inboet en zelfs begint te irriteren (“Skin on skin”). De vele muzikale grootheden die op deze plaat te horen zijn (leden van ZZ Top, Masters of Reality, Perfect Circle en Garbage) kunnen daar weinig aan veranderen. Als Homme besluit voortaan de experimenten voor The Desert Sessions te behouden en van “Qotsa” het rockmonster te maken die het in wezen reeds is, raad ik aan korter van stof te zijn.

File: Queens of The Stone Age – Lullabies to Paralyze
File Under: Songs for the deaf 2, maar dan minder verrassend.

Akron/Family – Akron/Family

Young God Records / Konkurrent

Vier jongens uit de provincie gaan naar New York om hun muzikaal geluk te vinden. Ze huren een appartement en blijven daar zo ongeveer tot hun plaat af is en hun baarden de lengte van een gemiddelde Sinterklaas, zeeman of landloper bereikt hebben. Dat levert een plaat op die weliswaar in NYC gemaakt is, maar die allerminst binnen een bestaande traditie te plaatsen is. Het resultaat van deze vrijwillige isolatie is een hermetisch album, dat zich moeilijk laat omschrijven en zich moeilijk met andere artiesten of albums laat vergelijken. Akron/Family vraagt in elk geval om een beetje geduld: het zijn de discontinuïteit, abrupte tempo- of stemmingswisselingen, onverwachte onderbrekingen en vreemde teksten die elke keer opnieuw de aandacht trekken, voordat duidelijk wordt dat de melodieuze emotie die achter deze muzikale grapjes/trucjes schuilt de overhand kan nemen. Als dat eenmaal gebeurt, blijkt het debuut van Akron/Family een heel erg sterke plaat, die uitnodigt om alle geluiden (inclusief krakende stoelen) op waarde te beoordelen. Een plaat die zich aan geen enkele regel houdt en die absoluut niet hip is, maar uiteindelijk onweerstaanbaar. De liedjes zijn kleine wondertjes die op het ene moment stuk voor stuk improvisaties lijken en op het andere moment valle alle stukjes als een associatief geheel in elkaar. Zweverig, hartverscheurend, magisch, folky, elektronisch en experimenteel zijn een paar kenmerken die van toepassing zijn op muziek die nog veel meer bijvoeglijke naamwoorden verdient.

File: Akron/Family – Akron/Family
File Under: Wonderschone hermetiek
File Audio: [Alle samples]

Voicst

Cultureel café De Balie blijkt deze vrijdagmiddag – op wat kunstzinnig bebrilde mensen na – toch voornamelijk dicht bevolkt door jonge stellen met helse kinderwagens. Ik stel voor wat af te zakken naar het café van de Melkweg in de hoop daar wat meer rust te vinden. ‘Ok, cool’ – en we zijn al onderweg. Flexibele jongens, die heren van Voicst. En locale beroemdheden, zonder meer. Zanger Tjeerd en bassist Sven worden tijdens het wandelingetje verschillende malen aangesproken door diverse voorbijgangers. Zodra in een bijkans verlaten Melkwegcafé de koffie gebracht is, komt Tjeerd ter zake: ‘We hebben nog wel effe voordat we moeten gaan inladen voor P60, dus shoot.’
voicst_1_klein.jpg

Jullie hebben altijd veel zelf gedaan. En daarmee zijn jullie een voorbeeld geworden van veel bandjes die het met de ‘do it yourself mentality’ willen gaan maken.
Tjeerd: Is dat zo?
Het grootste voorbeeld is natuurlijk Van Katoen, maar Voicst wordt toch ook vaak genoemd hoor.
Tjeerd: Er is wel een verschil met Van Katoen, want die doen het vanuit een soort geuzennaam, ze hebben zoiets van ‘Fuck the industry’. Dat hebben wij eigenlijk helemaal niet. Uiteindelijk hebben we evenveel gebruik gemaakt van de industry als wanneer we bij een platenmaatschappij hadden getekend. We hebben zelf mensen ingehuurd die dingen voor ons doen en die werken ook gewoon voor andere labels.


Continue reading

Deadbird – The Head And The Heart

Code:Breaker / Suburban

De toeristische beoordeling van de zuidelijke staat Arkansas is niet bepaald om over naar huis te schrijven. Historisch gezien oninteressant, weinig culturele ontplooiing en ook geen belangrijke steden om te verkennen, of je moet het bezoeken van het geboortedorp van Bill Clinton hoog op je verlanglijstje hebben staan. Arkansas bestaat vooral uit bossen en parken om door die bossen te dwalen. De economie heeft er nooit een grote groei gekend en daarom behoort Arkansas tot één van de armere staten van Amerika. De winters zijn er kort en zacht, de zomers lang en warm. Met deze achtergrond is de muzikale koers, die het uit Fayetteville afkomstige Deadbird op hun debuutalbum The Head And The Heart vaart, zeker geen verrassing. De broeierige southern metal die ten gehore wordt gebracht, is namelijk niet bepaald bedoeld voor de tere zieltjes en de happy few. Waan jezelf verlaten in die eindeloos uitgestrekte bossen van Arkansas, waar je langzaam maar zeker wegzakt in een eindeloos diepe put van onheil en een zenuwinzinking slechts een kwestie van tijd is en je krijgt een beetje een idee welke emoties loskomen bij het beluisteren van deze plaat. De weemoedige en loodzware klanken van deze massieve productie zorgen ervoor dat de meest verborgen neerslachtige gevoelens boven komen drijven zonder dat je ooit een bezoek heb gebracht aan deze achterstandswijk van Amerika. En daarin schuilt meteen ook de kracht van dit album. Als je zulke emoties kan opwekken heb je je hoofd gebruikt en je hart laten spreken.

File: Deadbird – The Head And The Heart
File Under: Gezinsverpakking Prozac ® bij de hand houden
File Audio: [Illuminate The Decay]