Door: Okkie
Before My Band Explodes???
En toen was daar ineens een nieuwe plaat van Caesar. Verhip, denk je; die bestonden ook nog. Of toch niet. Want de nieuwe cd blijkt vol te staan met eerder opgenomen maar voor een deel niet eerder uitgebracht materiaal. Een laatste levensteken wellicht, voordat de stekker er definitief uit gaat? De titel Before My Band Explodes lijkt dit vermoeden te bevestigen. Tijd voor een afsluitend interview met de band die samen met onder andere Daryll Ann en Johan zo’n tien jaar geleden onderdeel was van een indie-golf die vanuit het Excelsior-label Nederland overstroomde.
Continue reading
Monthly Archives: January 2006
The Playmobils – International Lifestyle
P.Trash / Clearspot
‘Woeha!’ schreeuwt mijn kamergenoot. Nou ja, een vergelijkbare kreet dan, maar ik houd van Woeha, dus ik maak er gewoon van dat hij dat zo schreeuwde. ‘Spaanse punk! Daar ben ik gek op! Dit lijkt op Los Ass-Draggers!’ Ik sta even met mijn oren te klapperen van deze obscure vakkennis waarmee je volgens mij zo bij de quiz Joost-mag-het-weten bij ZoeyZo een jaar zijn auto kunt winnen en een daglang rondrijden in een limo met Katja Schuurman. Los Ass-Draggers, nog noooooooooooooit van gehoord. Mijn kamergenoot dus wel en voor ik het weet vliegen de namen van obscure garagerock en -punkbands me om de oren. 99% zegt me echt in het geheel geen hol. Wat niet wil zeggen dat ik niet erg opgewonden raak van The Playmobils. Dit deels Zweedse (Martin Savage), deels Engelse (Eric Ulcers) en dus ook Spaanse (Joe The Dog) trio stampt hardhandig vers geoogste boerenkool tot stamppot, zo ze al van het bestaan van boerenkool zouden weten. In nog niet eens een half uur raffelen ze twaalf tracks af met eigenlijk al alles zeggende titels als “Action Rock Shrunk My Cock” – alleen al om deze titel moet je eigenlijk verplicht deze plaat in je platenkast hebben – en “Shake That Monkey”. Een plaat met veel diepgang dus en dat dan ook nog eens op een plezierige manier gebracht. Typische Spaanse punk dus volgens mijn kamergenoot. Volgens mij gewoon lekker ongedwongen gespeelde bluespunk. En speciaal voor de fans van Los Ass-Draggers: Mr. Bratto himself heeft het artwork verzorgd.
File: The Playmobils – International Lifestyle
File Under: Spaanse punk! Spaanse punk!
File Audio: [Action Rock Shrunk My Cock]
Flugroove – Like Brethren
Cabin Music
Stel je voor: zowel klassieke als moderne muziek besluiten op een frisse lentezaterdag met hun respectievelijke honden te gaan lopen, ontmoeten elkaar op een in de zon gelegen parkbankje, verbazen elkaar met de chemie die ze samen hebben en bedrijven enkele minuten later de plakkerige liefde in het steegje achter een steengrillrestaurant. Like Brethren, het eerste volwaardige album van de Nederlandse band Flugroove, zou hier de liefdesbaby van kunnen zijn. Het zijn acht heel sfeervolle liedjes, vol geloopte akoestische gitaartjes, hypnotiserende synthesizerpoeha, passieve onderwatervocalen, langzaam groeiende en krimpende klankpatronen en hier en daar The Booksachtig gesampel of Final Fantasyesk strijkwerk. Het is me hier en daar een beetje te netjes en gestructureerd, en wat (al dan niet spontane) compositiefoutjes zouden het geheel een stuk begeerlijker kunnen maken, maar vanwege de lome tevredenheid die de muziek verder teweegbrengt heb ik nauwelijks zin om daar over te klagen. Ik vind de teksten wel behoorlijk naar: bij dit soort zachtblauwe, lodderige muziek smaken teksten als ‘with her black face and her pale white hand she can wash away the pain’ als rauwe witlof op een bramenpannenkoek. Als ze nu over iets luchtiger of betekenislozer zaken zouden zingen, dan hadden we met Flugroove in Nederland bijna onze eigen Lali Puna, Ms. John Soda of The Notwist gehad. Ik raad ze aan voortaan alleen nog liedjes te schrijven over dartelende jonge geitjes.
File: Flugroove – Like Brethren
File Under: Mooi en Nederlands
File Audio: [Vier van de acht liedjes, in streamvorm]
Paulusma – Here We Are
Munich
Er is meer dan genoeg gesproken over de hoe en waaroms van het uiteenvallen van Daryll-Ann. Interessanter is de vraag naar wat de bandleden nu doen. Jelle Paulusma presenteert zich als eerste solo. De echo’s van Daryll-Ann klinken vooral door in de stem van Jelle Paulusma en in een enkele track (“Trust U Love Me”). Verder horen we voor het eerst electronica (spaarzaam, dat wel), ongetwijfeld te danken aan zijn werk met dance-act Clashing Egos en een bijna lo fi-achtig geluid dat doet denken aan bijvoorbeeld Jim White en Smog anno 1998 (“No Time To Waste”, “Silence = Golden”). De vormexperimenten en de achteloos, maar oh zo spannend klinkende thema’s roepen ook de naam van Lou Barlow op. Here We Are zal door sommigen beschouwd worden als een plaat met een gebrek aan eenheid of als de plaat van een zoekende muzikant. Maar ik denk dat deze plaat vooral de verschillende kanten van een muzikale persoonlijkheid laat horen. En Jelle Paulusma is al te lang bezig en klinkt nog steeds te eigenzinnig om zomaar een epigoon genoemd te worden. Daarvoor presenteert hij zich ook te nadrukkelijk: Here We Are, met baard en al.
File: Paulusma – Here We Are
File Under: Here He Is
Mardi Gras Brass Band
Mardi Gras Brass Band, 29 januari, Witte Bal, Assen. Foto: Klaas
Solo – Solopeople
Excelsior / V2
Ze zeggen wel eens dat liefde een verslaving is. Dat je je veel eenzamer en kwetsbaarder voelt na je eerste verliefdheid dan ervoor, omdat je dan meer beseft dan eerst wat je mist als je alleen bent. Mijmeringen over verloren liefde vormen nog altijd het thema van de teksten van Solo. Daarom vind ik ook de bandnaam zo mooi. Net als op het eerste album Songs ‘n Sounds ontboezemt J Perkin zijn verlangens in kalme, gevoelige liedjes. Solopeople is een consequent, bijna voorspelbaar vervolg erop. Melodieus is alles net iets gegroeid, je hoort meer koortjes en het is te horen dat pianist Simon Gitsels dit keer aan de songs mocht meeschrijven. Ook staat er weer een mooie single op die door veel radiozenders is opgepikt, “Come back to me”, en ook dit keer springen qua melodie er weer een paar liedjes uit. Afhankelijk van je voorkeur voor het kleine, lieve Solo zijn dat “On and on”, “Everything Goes” en “Don’t Change” of juist de vollere keyboardnummers. Solo bouwt trouw verder aan een oeuvre dat bloedstollend mooie live-optredens garandeert. Toch moet er ook kritiek zijn. Als ik het eerste album weer opzet, merk ik dat daar soms drums ontbreken, dat er stiltes vallen die het persoonlijker maken, bijna plechtig. Soms hangt daar zelfs dreiging in de lucht, terwijl Solopeople meer doorkabbelt, en daar wordt het wat saai van. De bridge in “Over The Country” lijkt zelfs wel te kort. En waarom staat de losse single “ Right Here” eigenlijk niet op deze plaat? Maar goed, laat ik niet zeuren: Solopeople is een geslaagde bijnaliefdesplaat. Je zou bijna gaan hopen dat Perkin zijn ware nooit vindt.
File: Solo – Solopeople
File Under: Ik wou dat James Blunt zo klonk
File Audio: [Drie liedjes] [Interview en nog twee liedjes]
Infadels – We Are Not The Infadels
Wall Of Sound / PIAS
De vuige bas onder albumopener “Love Like Semtex” doet direct verlangen naar meer. Meer vuigheid. Meer van die dingen waar alleen maar mooie woorden voor bestaan. Vilein bijvoorbeeld. En vief. Of het Engelse sanguine, dat gewoon optimistisch betekent, maar zo’n mooi woord hebben wij er niet voor. Het fijne aan We Are Not The Infadels is dat wat de eerste baslijn belooft, ook langs zal komen op het album. Infadels: een beetje als het contemporaine Clor, af en toe in de buurt van LCD Soundsystem. Overduidelijke Manchester dance-invloeden uit eind jaren tachtig (Happy Mondays), en misschien niet zo eigen – quirky, ook al zo’n woord – als gehoopt, maar Infadels doet het en Infadels doet dansen. Elektronische rock ‘n roll, ach, we zijn er vorig jaar mee dood gegooid, maar dit plaatje mag gerust aan onze verzameling toegevoegd worden. Zeker ook omdat tussen alle makkelijk in het gehoor liggende danspoptracks ook wat experimenteler nummers te vinden zijn. De band wordt wat rustiger en heeft meer oog voor een met frietvet ingesmeerde groove in bijvoorbeeld “Give Yourself To Me” en voor details in het uit een boel verschillende stukjes opgebouwde “Stories from the Bar”. Infadels heeft ideeën en hoe langer de plaat duurt, hoe duidelijker die ideeën worden, ook tekstueel. “Murder that sound and kill the silence” zingt Bnann – pff, hij heeft een stemdubbelganger, maar ik kom er maar niet op! – paradoxaal, mensen verafschuwend die als een kip zonder kop roepen dat ze zoveel vrijheid hebben in de stad waar ze wonen, terwijl ze veertig-uur-in-de-weekbanen hebben. Dat is geen vrijheid, roepen de ongelovige Infadels, die zelf natuurlijk wel vrij zijn en in al hun vrijheid een heel aardige plaat hebben kunnen maken.
File: Infadels – We Are Not The Infadels
File Under: Vuig, vilein en vief
File Audio: [My Space]
File Video: [My Space – pas op, als je klikt beginnen zowel liedje als video (even naar onderen scrollen) te spelen] [Jagger '67]
Arctic Monkeys – Whatever People Say I Am, That's What I'm Not
Domino / Munich
Na een aantal jaren schrijven op File Under is het de hoogste tijd om u, de bezoeker, eens de waarheid te vertellen. U moet namelijk weten dat ik de coolste ben van deze website. Ik draag de coolste kleding, ik luister naar de coolste muziek en ik heb verreweg de coolste vrienden. Ik ben zelfs zó cool dat ik tot vandaag voor mij kon houden hoe cool ik ben. Nu weet u het, en ik ben blij dat ik van die last af ben. In mijn coole hoedanigheid is het dan ook niet vreemd dat de übercoole debuutplaat van Arctic Monkeys (zonder “the”, want dat is niet cool) in mijn brievenbus viel. Ik word hierdoor wel om een Salomonsoordeel gevraagd. Het is namelijk totaal oncool om met een hype mee te lopen – meelopen is sowieso voor lutsers – maar wat wanneer die hype in essentie zeer cool is? Ach jee, het wordt zo allemaal wel een erg wazig verhaal, snel terug naar de wortels. Want die Arctic Monkeys he, die heb ik eigenlijk nog nooit gezien. Ik weet niet of ze coole kleren dragen, of ze coole vrienden hebben. Volgens mij zijn ze nog best jong, maar dat is ook maar een gokje. Ik weet echter wel heel zeker dat ze naar coole muziek luisteren. Naar heel veel verschillende muziek ook, wel allemaal erg Brits natuurlijk, maar van alle tijden en alle soorten. Dat weten ze dan weer op een zeer aanstekelijke manier te mixen en die combinatie maakt ze ongetwijfeld zo cool. En weet u, ik vind het allemaal wel mooi. Ik laat mij niet verleiden tot beschouwingen over songteksten of al dan niet vernieuwende muziek, het zou mij jeuken. Whatever People Say I Am, That’s What I’m Not is namelijk simpelweg heel erg goehoed, lekker puh!
(P.S. Dit stukje bevat 15 keer het woordje “ik”, dat is pas cool)
We gaven met dank aan onze fijne vrienden bij Munich cd’s en T-shirts weg. Je bent te laat, helaas.
File: Arctic Monkeys – Whatever People Say I Am, That's What I'm Not
File Under: Cool
File Video: [Klik]
Mad Max – Night Of White Rock
AOR Heaven / Rough Trade
Vanavond ga ik weer eens snookeren met een stel vrienden annex collega’s van lang geleden, waarvan ik de meesten al jaren niet meer gezien heb. Reuze gezellig, ongetwijfeld. Maar het niveau van het snookeren zal bedroevend zijn, want destijds snookerde ik drie keer per week, nu eens in de vijf jaar. Dat geeft niet, maar je moet er rekening mee houden. Net zoals een bandje er rekening mee moet houden dat ze bij een reünie de legende die ooit rond hen ontstaan is wel eens aan gort zouden kunnen helpen. Het is immers niet meer dezelfde band. Of misschien wel, maar was wat ze deden destijds leuk, maar inmiddels ingehaald door de ontwikkelingen. Dat laatste is het geval met “Night Of White Rock” van Mad Max. De meest succesvolle bezetting, met Michael Voss (Casanova, en verder vooral actief als producer, voor onder andere Biss), Roland Bergman, Jürgen Breforth en Axel Kruse (Jaded Heart) heeft weer een cd opgenomen. Het is allemaal best vergelijkbaar met het werk van destijds, maar het wil maar niet echt knallen. Het intro van opener “To hell and back again”, overigens een van de betere songs, doet even vermoeden dat het allemaal flink moderner is geworden, maar dat is een belofte die de rest van het album niet waarmaakt. Als het tempo wat hoger ligt wordt het nog best leuk, maar de momenten waarbij je even verrast rechtop gaat zitten zijn te zeldzaam op deze plaat. Als je ooit Mad Max-fan was moet je deze cd eens beluisteren. Voor mij is het vakwerk, maar niettemin een gevalletje “been there, done that”…
File: Mad Max – Night Of White Rock
File Under: Been there, done that
Beautiful New Born Children – Hey People!
Domino / Munich
In de hoek van het weiland zitten twee hazen. Op zich niets bijzonders, een haas is geen zeldzaamheid. De hazen hebben echter de lente in het hoofd. Ze beginnen achter elkaar aan te rennen door een sloot en het weiland. Ze slaan hoeken en rollen af en toe over elkaar heen. Ze lijken het grootste plezier te hebben tot de hazen na een kleine vijf minuten uit mijn gezichtsveld verdwijnen. Ik was getuige van een spektakel dat ongetwijfeld vaker te zien is, maar ik nog nooit eerder mocht aanschouwen. In de hoek van bandjesland zit een bandje genaamd The Beautiful New Born Children. Hun muziek op de eerste release Hey People! staat in de hoge versnelling. Ze rennen als het ware achter elkaar aan, slaan rake riffs en komen in de chaos uiteindelijk weer bij elkaar. Het plezier spat eraf in een rauwe mix van muzikale evenknieën als The Sonics, MC5, The Stooges, Pixies en The Thermals. De tijdsduur is er met een kleine 23 minuten nog wel wat aan de korte kant, maar deze Duisters leveren een spannend debuut af dat naar meer smaakt.
File: The Beautiful New Born Children – Hey People!
File Under: Duitse ADHD-rock
File Audio: [Do the Do]