Eigen Beheer
Ik moet altijd wel gniffelen om het gebluf in bio’s van beginnende bands. Eens kijken of het drietal bands waarvan de afgelopen maand demo’s op onze deurmat ploften de waarheid spreken in hun begeleidend schrijven…
Allereerst is daar de biografie van het Zeeuwse Flavour. Zij laten er geen gras over groeien: ‘De provincie is voor Flavour te klein geworden. Het wordt tijd dat ook de rest van Nederland de smaak van Flavour proeft.’ Kijk, de heren zijn er duidelijk klaar voor met hun derde EP In So Many Ways, maar onderkennen in hetzelfde schrijven ook dat de houdbaarheid van een band beperkt is. Toch pakken ze aardig uit met deze EP. Het gevoel voor mooie catchy gitaarpopmelodieën kan ik ze in ieder geval niet ontzeggen. Bovendien is de samenwerking met Racoon’s Stefan de Kroon duidelijk een vruchtbare geweest. Van de vijf nummers op In So Many Ways zijn er vier meer dan geslaagd. Alleen van “One Night Stand” (vooral de tekst) ga ik een beetje sidderen, die hadden ze er van mij wel af mogen laten. Ik schat zo in dat ze best een kans maken om in ieder geval de provinciegrens over te wippen om wat optredens te doen en als ze nog wat doorgroeien, misschien zelfs ook nog wel over een volgende provinciegrens.
Het Nijmeegse The Analog Project beweert heel wat anders in hun bio vol ‘grapjes’. Zij waren het met hun ouders eens dat digitale bliepjes en computergebonk geen muziek is. Gitaren moesten het worden! En dat is het geworden op hun EP 20/20! Ik ben benieuwd of de ouders van de heren blij zijn met de (harde maar niet bruut harde) rocksound van de band rond de broertjes Ummelen die inspiratie opdeden tijdens hun verblijf in de USA. Professioneel aangepakt hebben ze het in ieder geval wel. Netjes verzorgde cd, mooie flyers en zelfs iets dat lijkt op een sponsordeal met Lee spijkerbroeken. Wat me een beetje tegenstaat is dat hun zanger af en toe lijkt te denken dat ‘ie James Hetfield is. Dat zijn de zwakste momenten van hun EP. Gewoon blijven zingen zou mij verstandiger lijken in dit geval. Ook qua gitaarsound mogen ze van mij nog wel een beetje meer zoeken naar iets dat ze meer onderscheidt van anderen. Zo te horen zou ze dat op een volgende EP (of misschien zelfs een hele CD) best kunnen lukken. De potentie is er genoeg volgens mij. En dan misschien wat bliepjes toevoegen. Geintje mannen, rock lekker verder.
Tenslotte is er het Volendamse Mozaique. Hier gelukkig geen vette palingsound, ondanks twee ‘Tollen’ in de gelederen. Het lijkt wel of demo een vies woord is tegenwoordig, Mozaique is de enige van dit drietal die dit woord in de mond durf te nemen. Overigens is dat woord hier ook wel op zijn plaats. Ook daar geen palingsound dus. Wel halen ze hun inspiratie uit veel verschillende bandjes. dEUS, Daryll-Ann, Coldplay en The Doors noemen ze onder andere als hun inspiratiebronnen. Nogal divers dus. Net als het geluid van de band zelf dat ik nogal zoekend vind. Met de licht hese stem van zanger Simon Tol is weinig mis. Hij is duidelijk Mozaique’s sterkste troef. Dat hoorde ik pas nadat ik me bij openingsnummer “All The Things” al verslikt had in mijn koffie, de eerste keer dat ik het hoorde. Zo’n oubollig toetsengeluid had ik al een tijdje niet meer gehoord. Gelijk pimpen die zooi mannen, dit doet je nummers tekort. En ook het gitaargeluid kan wel een likje verf gebruiken. Voor een tweede demo verder best een redelijke prestatie. De volgende keer íets professioneler aanpakken zal echter zeker schelen.
File: Flavour – In So Many Ways
File: The Analog Project – 20/20
File: Mozaique – Demo
File Under: In de bio's wordt weinig tot niet overdreven en er is het nodige talent aanwezig
Monthly Archives: June 2006
Faun Fables – The Transit Rider
Drag City / Munich
Als iemand me op straat aanklampt met de vraag wat jodelen precies is (en ik wil niet zeggen dat dat vaak gebeurt, maar het wil wel eens voorkomen), dan zeg ik altijd ‘Ja, dat ze zo doen van johuhi johohihi jodela jodela hihieee, weet je wel?’ Maar nu ik me, omdat ik The Transit Rider van jodelaarster Dawn ‘The Faun’ McCarthy ter recensie voorgeschoteld kreeg, wat verder verdiept heb in de jodelarij, realiseer ik me dat ik me voor dat antwoord diep moet schamen. Diep en langdurig. Want jodelen is zoveel meer dan dat. Het is een klassieke, verfijnde zangvorm die haar oorsprong kent in de communicatie tussen mensen op verschillende bergtoppen. ‘Sneeuw hie-hie-hierrr!’, zo galmden eeuwen geleden de eerste jodelklanken de Zwitserse valleien in. De tweede en derde waren waarschijnlijk respectievelijk ‘Hie-hie-hierrr oo-hoo-hoo-hook! En een do-ho-ode gems!’ en ‘Oehoehoehoe, dat wordt met een vohohoholle maahaahaag naar behehed vanahahahavond!’ De keeltartende zangstijl is ontstaan in de Alpen, en Dawn is Amerikaanse. Ze is dus eigenlijk een beetje een wiggette, maar dan met jodelen. Het kan de reden zijn waarom The Transit Rider wat neppig klinkt. Ze is heel theatraal bezig met haar stem, en hoewel dat misschien juist haar enige verdienste is, hoeft ze dat van mij nog niet zo de wereld in te brengen. Ik ben heel goed in een cake op zo’n manier uit de bakvorm te halen dat hij in tientallen stukken breekt, maar dat betekent nog niet dat ik mezelf aanbied om voor wie dan ook de cake uit de zijne te halen. Tenzij daar geld mee te verdienen is. Dat moet ik nog even uitzoeken.
File: Faun Fables – The Transit Rider
File Under: Een wiggette, maar dan met jodelen.
File Audio: Nee, maar ze doet zo van johuhi johohihi jodela jodela hihieee, weet je wel?
Anouk – Is Alive
EMI
Ik heb weinig albums met zangeressen in mijn collectie. Ingetogen zang is nu eenmaal niet mijn ding. Anouk is allesbehalve ingetogen en heeft daardoor vanaf het begin een plekje in mijn collectie veroverd. De meest succesvolle rockchick van Nederland vond het na vier albums en twee tussendoortjes met restopnamen tijd voor een live-album. Het tijdstip is begrijpelijk. Ze heeft inmiddels een stabiele band en als podiumpersoonlijkheid is ze ook gegroeid. Eén ding is nog niet veranderd: het album – in totaal zevenentwintig songs, maar merkwaardig genoeg zonder “Mood Indigo” – bevat een stel absolute knallers, maar ook teveel materiaal dat goed beschouwd ondermaats is. Dat dat je bij studio-albums gebeurt is één ding, dat je dat bij een live-album ook overkomt is gewoon niet handig. Was er één cd volgepropt met voornoemde knallers dan had je een dijk van een album gehad, nu is het een album geworden dat domweg te lang duurt. De vele mid-tempo songs halen letterlijk de vaart uit het album. Tekenend is wat dat betreft het voorstelrondje in het maar liefst dertien minuten durende “Home is in my head”. Anouk is veel aan het woord, zodat de bandleden maar enkele momenten hebben voor overigens magere solo’s. Leuk bij het live-optreden zelf misschien, maar volstrekt ongeschikt voor een live-album. Is er dan niets goed aan het album? Jawel hoor, de snellere rocksongs zijn heerlijk en op de uitvoeringen is ook niets aan te merken. Vooral wanneer het wat funkiër mag, is de ritmesectie van Michel van Schie op bas en Hans Eijkenaar op drums een genot om naar te luisteren. Anouk heeft inmiddels een flink stel goede songs op haar naam staan en de timing voor een live-album is prima. Er blijft nog maar één ding te wensen over: zelfkritiek. Jammer, want een rockchick extraordinaire is ze wel degelijk.
File: Anouk – Is Alive (2CD)
File Under: In de beperking toont zich de meester
Adam Power – What Were Sundays For?
Big Radio / Bertus
Soms kun je ook te snel zijn. Zeer verstrooid nam ik het stapeltje cd’s door dat Storm naar met gestuurd had. Ik wist zo ongeveer wat er komen ging en verwachtte dus geen verrassingen. Totdat ik ineens een cd van Daniel Powter ontwaarde. Althans dat dacht ik. En ik heb de pest aan die verantwoorde Flairpop van Powter en consorten. Maar voordat een knetterende vloek over mijn lippen vloog, zag ik dat het om Adam Power ging. Ik slaakte een zucht van verlichting, al wist ik nu niet wat ik in mijn handen had. En er zijn twee manieren om daar achter te komen. Je leest de bio en je luistert de plaat. Van de bio kreeg ik weer een plaatsvervangende Jack Johnson-jeuk, maar gelukkig hoefde ik niet lang te krabben. What were Sundays for bleek amper aan de bio te voldoen. Australiër Power past weliswaar naadloos in het singer/songwriterhokje, maar hij bijt iets meer van zich af. Mooie gelaagde pop met een venijnig gitaartje zo af en toe en aparte effecten die ervoor zorgen dat de nummers net niet te gemakkelijk je ene oor in en je andere oor weer uit glijden. Een beetje zoals Paul McCartney zijn plaatjes maakt de laatste jaren. En daar zit ’em de makke van de plaat. Adam Power klinkt namelijk ook als Paul McCartney. Sprekend zelfs! Zo sprekend dat je ieder moment een nummer als “My Brave Face” verwacht, of iets dergelijks. En nu vind ik Macca best te pruimen, zo af en toe, maar dit is overdreven. Althans voor mij. Maar wellicht zijn er massa’s Macca-fans die dit wel als tussendoortje lusten. Al dan niet met twee benen…
File: Adam Power – What Were Sundays For?
File Under: Macca mate!
Collective Soul
Collective Soul, 28 juni, Melkweg, Amsterdam. Foto: George
Wolfmother – Wolfmother
Interscope / Universal
Het blijft briljant. Elke keer als we hier op kantoor Wolfmother‘s enorm kont schoppende debuutplaat draaien en “Woman” voorbij komt dan wordt er door de twee kortharigen die onze kamer bevolken meegebangd alsof we haar hebben dat tot onze kont reikt. Dat nummer heeft dan ook alles in zich dat de rocker in je los kan maken. Opzwepende repeterende gitaren die om de paar maten even gas terugnemen, pompende ritmepartijen, vurig orgel en een tekst die meer de oerman in je los maakt dan een Bavaria-reclame ooit zal lukken, maar dolgraag zou willen. Ze boren dan ook de juiste bronnen aan deze drie Australische snotapen. Origineel is het namelijk lang niet altijd niet wat ze laten horen op hun debuut, maar wel zo geraffineerd groovend dat je dat al snel voor lief neemt. Het grootste deel van de nummers staat namelijk heel erg dicht bij wat Black Sabbath (in hun goede, jonge jaren van Ozzy), Led Zeppelin en (de orgels doen echt meer dan eens aan John Lord denken) Deep Purple deden, smaakvol gemarineerd in psychedelische saus. Al moet ik wel toegeven dat ik ze niet heb kunnen betrappen op het letterlijk gappen van riffs van deze rockgiganten. Het is ook de verbluffend sterke stem van Andrew Stockdale – het kind van Ozzy en Plant in ene, hoe duivels wilt u het hebben! – die maakt dat het je ook nog eens geen fuck zou interesseren als ze het wel zouden doen. Hier kan die krijsende spriet van The Darkness een voorbeeld aan nemen! En ook aan de liedjes kunnen ze een puntje zuigen. Misschien moeten we voorlopig maar eens niet naar de kapper.
File: Wolfmother – Wolfmother
File Under: It's Time To Become Men Again!
File Audio: [ROoooooooooooock]
The Dresden Dolls – Yes, Virginia
Roadrunner / CNR
Het is natuurlijk een vreselijk cliché waar waarschijnlijk elke recensie over deze band mee opent, maar nee: de Dresden Dolls komen niet uit Dresden, maar uit het Amerikaanse Boston. Desondanks zou je de Dresden Dolls eerder in het Duitsland anno 1930 plaatsen dan in het Amerika van 2006. Tijdens een soort Dada / Vaudevilleachtig-soireetje met artiesten van allerlei slag als Man Ray en Theo van Doesburg zouden de Dolls waarschijnlijk prima in het programma passen. Amanda Palmer is de blikvanger van de tweekoppige Dolls en haar zang en pianospel is de spil waar de hele groep om draait. Haar stem kan alles, van schreeuwen tot fluisteren. Ook haar pianospel is gevarieerd en loopt van broeierig en jazzy tot stoer en vuil. Net zoals bij het inmiddels niet meer bestaande Ben Folds Five overtuigen de Dresden Dolls dat je met een piano net zo hard kan rocken als met een gitaar. Wat ik daarom een beetje jammer vind is dat de teksten bij nadere beluistering soms te kort schieten. Op bijvoorbeeld het nummer “First Orgasm” verhaalt Palmer over de wonderen van het orgasme. De muzikale en vocale omlijsting van het geheel is prachtig, maar de tekst is clichématig en neigt zelfs naar het kinderachtige. Maar dat mag de pret niet drukken. Ook niet het feit dat het label van de Dresden Dolls muzikanten herbergt als Cradle of Filth, Megadeth en zelfs Nickelback(!). Wat de Dresden Dolls daar tussen doen mag Joost weten, want ze maken in ieder geval een heel verschil met de platen van Nickelback. Yes, Virginia is namelijk een van de meest opzwepende, gevarieerde en beste platen van 2006.
File: The Dresden Dolls – Yes, Virginia
File Under: Brechtiaans punk cabaret op een vaudeville/dada-soirée
File Audio: [Dirty Business]
Greg MacPherson – Sun Beats Down
Play/Rec / Import
De zon brandt als ik in onze woonkamer even op de bank aan het uitrusten ben, er komt onverwacht een man met een gitaar door de openstaande deur binnenlopen. Hij stelt zich niet voor, maar haalt zijn gitaar te voorschijn en speelt een nummer over “Good Times.” Ik kijk hem verbijsterd aan. Er gaat het e.e.a. door mijn hoofd: ik doe een wereldontdekking, het is de nieuwe Luka Bloom, de nieuwe Billy Bragg en de nieuwe Richard Thompson ineen. Ik zie de festivalweide met bezoekers die met een open mond staan te luisteren al voor me. Als het nummer afgelopen is doet de mijnheer iets vreemds. Hij haalt een cd te voorschijn, doet deze in de lade van mijn cd-speler en gaat meespelen. Ik kijk een beetje ge�rriteerd: het lijkt wel een rockband � la John Mellencamp, het oorspronkelijk enthousiasme wordt bij mij wat getemperd. Als hij uitgespeeld is geeft hij mij een hand. Zijn naam is Greg MacPherson, hij komt even overvliegen uit Canada waar hij – inmiddels alweer dertig – al een heel leven achter zich heeft en toch al het een en ander aan albums uitgebracht heeft. Hij is bij mij om een eigen selectie van zijn werk tussen 2002 en 2005 voor de Europese markt uitgebracht op de cd Sun Beats Down te promoten. Ik pak voor ons twee gekoelde biertjes en we luisteren naar zijn in totaal elf nummers. Ik vraag hem waarom hij niet de maximale capaciteit van de cd benut heeft. Hij kijkt mij ge�rriteerd aan met een blik alsof het ook nooit goed is. Hij pakt zijn spullen, laat zijn half lege glas staan, gunt mij geen blik meer waardig. gooit mij nog wel de promo toe en loopt met grote stappen weg. Ik blijf alleen achter, er drijft een wolk voor de brandende zon.
File: Greg MacPherson – Sun Beats Down
File Under: Canadese singersongwriters
File Audio: [Good Times][Cutting Room][ Hotel Motel][ Slow Stroke][ Buy A Ticket]
A Balladeer
A Balladeer, 26 juni, Tivoli, Utrecht. Foto: Sophie
Adem – Love And Other Planets
Domino / Munich
‘Heeft het gesmaakt?’ Onze gastheer vroeg het uiterst beleefd en vooral bescheiden aan ons. Hij had alles zelf geregeld en gekookt voor het smaakvolle diner dat we net beëindigd hadden. Geen copieus maal met exclusieve gerechten, maar een reeks van gangen die met zorg – en vers – door hem bereid waren, in porties van precies de juiste grootte. Overvoerd waren we zeker niet. We knikten instemmend en complimenteerden hem met zijn kookkunsten. Ik herinner me nog goed dat hij een beetje verlegen werd van al onze lofprijzingen. Toe we hem bij het afscheid nogmaals hartelijk bedankten voor het diner vroeg hij of we niet nog een keer langs wilden komen. Hij had ons gezelschap namelijk zeer op prijs gesteld. Wij het zijne ook, dus dat verbaasde ons geenszins. Dat het uiteindelijk twee jaar duurde voordat we weer bij hem aanschoven ook niet. Het waren hectische tijden geweest voor ons. En ook voor hem, vertelde hij bij binnenkomst. Na ons bezoek waren er nog vele gasten aangeschoven bij zijn intieme diners. Het concept bleek een groter succes te zijn dan hij ooit voor mogelijk had gehouden. ‘Ik heb nog weinig tijd gehad om het menu om te gooien,’ verexcuseerde hij zich bij voorbaat bij het aan tafel gaan. We zeiden hem dat het ons hierover geen zorgen maakten, de vorige keer was het echt héél erg goed geweest. Na een paar gangen concludeerden we dat hij toch wel degelijk kleine dingen had aangepast. We raakten onderling in discussie of zijn kookkunst er nu wel of niet beter geworden was. De een vond dat de balans uit de opbouw van zijn menu verdwenen was, de ander vond juist die subtiele veranderingen hoogst interessant. Twee keer hetzelfde eten voorgezet krijgen zou volgens hen teleurstellender geweest zijn. Onze gastheer zelf zweeg, hij oogde vermoeid terwijl hij een nieuwe gang uitserveerde.
File: Adem – Love And Other Planets
File Under: De verschillen zijn klein en de meningen verschillen.
File Audio: [Yup!]