Interview: Timbo. Foto's: Cosmo
‘Dolfijnen zijn de enige dieren die aan groepsverkrachtingen doen’
Altijd wanneer ik mensen wil overtuigen van mijn muzieksmaak, laat ik ze ‘My Life in the Knife Trade‘ van Boysetsfire horen. Kom op, wie dat geen mooi nummer vindt mag nooit meer naar muziek luisteren. Sowieso weiger ik te geloven dat er mensen zijn die de muziek van Boysetsfire niet kunnen waarderen. De gedrevenheid, de eerlijkheid en het engagement druipen van ieder nummer af. Zelfs na honderd luisterbeurten weten de nummers me nog bij te keel te pakken, me kippenvel te bezorgen of me boos te laten voelen. Ik vond het dan ook zwaar klote dat de mannen afgelopen zomer bekend maakten te stoppen. De band zou nog een Europese tour doen en dan de stekker er uit trekken. Dat liep even anders.
Continue reading
Monthly Archives: May 2007
Duke Special – Songs From The Deep Forest
V2
Met enkele liedjes van Duke Special‘s Songs From The Deep Forest neuriede ik de eerste keer dat ik de cd luisterde gelijk al mee. Nou gebeurt dat wel vaker hoor, dat liedjes zo ‘voorspelbaar’ zijn dat je ze gelijk mee kunt neuriën, maar ik vond het wel vreemd dat ik in dit geval ook de teksten gelijk mee zingen. Da’s toch vaak andere koek. Zeker als het om zinnen gaat als ‘Last night I nearly died, but I woke up just in time.’ Het duurde even tot het tot me doordrong wat de precieze oorzaak was: bijna twee jaar geleden besprak ik Duke Special’s debuut-cd Adventures in Gramophone en drie van de liedjes die daarop stonden heeft Peter Wilson opnieuw opgenomen voor Songs From The Deep Forest. Naar het schijnt omdat hij niet tevreden was met hoe ze op die debuut-cd stonden. Ik heb ze er nog even naar geluisterd, ik vond nog steeds weinig mis aan die versies. Maar inderdaad, ik moet Wilson gelijk geven, de nieuwe versies zijn mooier. Niet zo raar ook, als je weet dat deze liedjes vijf jaar hebben kunnen rijpen. De nieuwe liedjes van Duke Special zoals als “Everybody Wants a Little Something” en “This Could Be My Last Day” zijn prachtig en hebben niet langer te hoeven rijpen. Ik verwacht dan ook niet dat er ooit nog andere versies dan hooguit een live-versies (met orkest graag!) van zullen verschijnen. In “This Could Be My Last Day” en ook in enkele andere liedjes doet Duke Special me soms denken aan een indievariant van Billy Joel. Maar vaker nog komt hij op me over als Rufus Wainwright die de bombast even helemaal zat was, maar het toch niet na kon laten zijn liedjes te orkestreren. En daarin is Duke Special bijzonder goed geslaagd.
File: Duke Special – Songs From The Deep Forest
File Under: Potentie omgezet in een cd vol prachtige bevestigingen.
File Audio: [Hier]
Head Automatica
Head Automatica, 30 mei, Melkweg, Amsterdam. Foto: Cosmo
The Chariot – The Fiancée
Century Media / EMI
Josh Scogin was in een vorig leven zanger van Norma Jean. Persoonlijk vind ik de meest recente plaat van laatstgenoemde niet bovenmatig interessant. Metalcore volgens het boekje noemde ik Redeemer destijds. Op het eerste gezicht heb ik hetzelfde met het tweede album van The Chariot, de band waar Josh Scogin tegenwoordig zanger van is. Na enkele luisterbeurten blijkt The Fiancée echter een stuk spannender te zijn dat het gemiddelde metalcore album. De band deinst er niet voor terug om referenties te maken naar bands als Underoath en Every Time I Die. De plaat is hierdoor niet alleen afwisselender, het geeft The Chariot ook een eigen gezicht. Natuurlijk, het blijft een lompe plaat maar juist door de chaotische stukken in songs als “And Shot Each Other” en “The Deaf Policemen” blijven de nummers hangen. De nummers zijn strak gespeeld en de vooral de zang van Scogin is verrassend goed. Hard, maar vaak verstaanbaar. Rauw, maar zuiver. De negen nummers komen in minder dan een half uur op je af. En dat is eigenlijk lang genoeg. Alleen afsluiter “Forgive Me Nashville” slaat de plank mis. Na twee en halve minuut is het nummer af, klaar. Maar de mannen menen er nog vier minuten kerkelijk gezang achter aan te moeten plakken. Een erg goed album eindigt daarom met een vreemd nasmaakje. Scogin heeft in ieder geval de goede keuze gemaakt: The Chariot is geen super vernieuwende band, maar wel eentje die het niveau van een gemiddeld metalcore-bandje ruimschoots overstijgt.
File: The Chariot – The Fiancée
File Under: Afwisselende metalcore, met chaotisch randje
File Audio: [ChariotSpace]
Cherry Overdrive – Clear Light
Heptown
In de categorie garagerock mag ik deze week het debuut van het Deense Cherry Overdrive bespreken. Laat ik bij voorbaat maar vast duidelijk maken dat garagerock niet direct mijn ding is, hoewel ik voor een goeie rocksong altijd te porren ben. Helemaal als het gezongen wordt door een vrouw. En Cherry Overdrive is een kwartet dat zelfs alleen maar uit vrouwen bestaat. Kat in het bakkie, toch? Jammer-maar-helaas is dat nu net niet het geval. Chrerry Overdrive grossiert in zeer veilige garagerocksongs met een sixtiesrandje, waarin met moeite enige ruwe randjes in te vinden zijn. Ook de doorsnee melodietjes en thema’s heb ik allemaal wel eens vaker en vooral beter gehoord. Als ik me wat coulanter opstel moet ik toegeven dat het geheel wel goed gespeeld wordt, maar originaliteit of iets van een eigen gezicht is ver te zoeken op deze plaat. Laat staan iets van heilige overtuiging of vlammende bezieling. Voor de ruige rockers zal dit allemaal veel te zoet zijn, en de indierockliefhebber vraagt zich af waar ze de goede songs hebben gelaten. Echt zo’n plaatje die tussen wal en schip in blijft hangen zonder indruk te maken. En dan ben ik gauw klaar.
File: Cherry Overdrive – Clear Light
File Under: Inspiratieloze garagerock
File Audio: [Cherry-space]
The Used
Mourning Dayze / The Chains
Gear Fab / Clearspot & 60sGaragebands / Clearspot
Mocht je een groot liefhebber zijn van muziek uit de jaren zestig dan zou je je voordeel kunnen doen met deze twee bands, Mourning Dayze en The Chains.
Mourning Dayze komt uit het westelijk deel van de Verenigde Staten, uit Whitewater (Wisconsin) om precies te zijn. De band werd in 1965 opgericht en beleefde volgens het bijgesloten verhaaltje in hun omgeving grote successen. Diverse leden vertrokken uiteindelijk naar acts als Steve Miller Band, Allman Brothers Band en Curtis Mayfield and the Impressions, maar ze treden samen nog steeds op in hun regio op. In 1967 namen ze echter een alleraardigst psychedelisch singletje op met de titel “Fly My Paper Airplane”. Deze is nu samen met andere nog nooit eerder uitgebrachte opnames uit 1967 onder de naam The Lost Recordings te verkrijgen. Het niveau van de eerder genoemde single wordt helaas nergens gehaald en bovendien is het geluid ook nog eens brak. Aan het eind van de cd die een kleine eenentwintig minuten duurt staat nog wel een leuk nummer. Dit is echter een andere versie van Fly My Paper Airplane. Overbodige release dus, het nummer is overigens ook te vinden op Gear Fab’s “Psychedelic States: Illinois in the 60’s.”
The Chains is een ander verhaal. Roy Pinney zat samen met zijn broer Tor in diverse New Yorkse bands. Voor zijn studie verhuisde Roy naar New Mexico, waar hij The Chains oprichtte. Ze namen in totaal drie singles op die samen met de b-kantjes en nog niet eerder uitgebracht materiaal van The Chains (1967-1969) nu verschijnen op één cd getiteld, Beatles of El Paso. De veertien tracks worden aangevuld met zes bonusnummers van de New Yorkse muzikale voorgangers (1963-1965), Johnny & The Starfires en The Dolphins. Met de muziek van The Beatles heeft het niets van doen, wel met de populariteit die kennelijk aan de grens met Mexico (El Paso) groot was. Dat de band, die hier gemakshalve als garageband gezien wordt, landelijk of zelfs wereldwijd nooit doorgebroken is lijkt me wel terecht. Het geheel is goed aan te horen, met name de singles zijn oké, maar de originaliteit is wat verder weg. Wel leuk zijn de inlayfoto’s, waar vooral de afbeelding van The Dolphins in matrozenpakken mij een glimlach op de mond toverden. Na nog wat muzikale verrichtingen stopte Roy Pinney met de muziekindustrie. Muziek maken en schrijven doet hij naar eigen zeggen nog steeds, maar het rock ‘n’ roll-circus hield hij na zijn 23e voor gezien.
File: Mourning Dayze – The Lost Recordings
File Under: Overbodige release
File: The Chains – Beatles of El Paso
File Under: Geen vervelende, maar ook geen noodzakelijke aanschaf
Kaiser Chiefs
Kaiser Chiefs, 29 mei, Paradiso, Amsterdam. Foto: George
Rufus Wainwright – Release The Stars
Universal
Lachend poseert hij in het boekje van zijn nieuwe cd Release The Stars in een custom made Lederhose met de initialen RW erop. Hij vindt het niet erg om campy gevonden te worden, die Rufus. Bij de cd zit ook een klein briefje dat de release van de dvd van Rufus zijn concerten waarin hij Judy Garland vertolkt aankondigt. Onder de naam Rufus Wainwright staat ‘World’s Greatest Entertainer’. Hij is zeker niet bescheiden, die Rufus Wainwright, zou je in eerste instantie zeggen. Het kaartje is echter slechts een verwijzing naar de oorspronkelijke poster voor de Judy Garland- Carnegie Hall concerten uit 1961, waarop precies hetzelfde stond. Toch is het wel degelijk iets om naar uit te kijken, het enige concert dat Rufus Wainwright in Groningen geeft op 5 juli. Want Release The Stars is een plaat die zich alleen maar leent om in superlatieven beschreven te worden en om live nóg mooier te blijken. Rufus’ vorige vier cd’s lijken allemaal onderdeel te zijn geweest van zijn queeste naar balans in het Rufus Wainwright-geluid. Dat heeft hij met Release The Stars nu gevonden. Alleen al voor het openingsduo “Do I Disappoint You” en “Going To A Town” zou je ’em vijf sterren willen geven, zo mooi. Zonder gêne en met open vizier gaat Rufus het gevecht aan met hen die spugen op bombast en barok. Hij wint dit gevecht met gemak en steekt zijn tong uit naar mainstream. Alsof hij wil zeggen: ‘Zo kan het ook hoor!’, strooit hij met mooie melodietjes en zet zonder blikken of blozen een peloton strijkers. Zelfs als een nummer er totaal niet om vraagt pakt het toch prachtig uit. Toch kan hij ook als een blad aan de boom omslaan tot een eenzamer crooner die soepel jonast met zijn stembanden en de ingetogen maar rijke begeleiding eigenlijk helemaal niet nodig heeft. Net zo gemakkelijk switcht hij van politiek beladen teksten waarin hij zijn gal spuw over Amerika, naar dubbelzinnige teksten over zin (vermeende) onenightstand met Killers zanger Brandon Flowers. Rufus Wainwright: ‘World’s Greatest Entertainer’. Het zou zo maar kunnen. Prachtvol.
File: Rufus Wainwright – Release The Stars
File Under: Wellicht inderdaad wel World's Greatest Entertainer
File Video: [Going To A Town]
Wolfmother
Wolfmother, 29 mei, Oosterpoort, Groningen. Foto: Klaas