Monthly Archives: August 2007

Rilo Kiley – Under The Blacklight

Warner

Rilo Kiley - Under The BlacklightIk kreeg toch wel een beetje geschokt toen ik tijdens de eerste beluistering van Rilo Kiley‘s nieuwe cd Under The Blacklight iets over de helft was en bij het nummer “Dejalo” beland was. Wat was dit nou weer!? Dichterbij een Miami Sound Machine- nummer dan in “Dejalo” kan een band namelijk niet komen. Ik kreeg visioenen van een grote Cubaanse krullenbol, foute jasjes achter bongo’s, Don Johnson-zonnebrillen en tandpastaglimlachen. Poeh, dat was even wennen hoor. Aan de andere kant is het gezien de ontwikkeling die de band doormaakte sinds The Execution Of All Things en More Adventurous ook wel logisch. Frontvrouwe/bassiste en voornaamste liedjesschrijver van de band Jenny Lewis is er de vrouw niet voor om hele andere liedjes te schrijven dan die anderen van haar verwachten. En dat is, moet ik toegeven, stiekem best vermakelijk. Al wordt de donkere kant van de band wel steeds meer naar de achtergrond verdreven. Maar in een nummer als de single “The Moneymaker” is die kant nog duidelijk wel aanwezig. En in het confronterende “15” over een internetrelatie tussen een man en een (te) jong meisje op een bepaalde manier zeker ook. Ster op Under The Blacklight is vanzelfsprekend weer Jenny Lewis met haar kristalheldere sexy stem, maar het geraffineerde gitaarwerk van Blake Sennett is ook minstens zo belangrijk voor het bandgeluid. Ik moet eerlijk toegeven dat ik na vele draaibeurten nog steeds het meer indie-georienteerde The Execution of All Things prefereer boven deze cd, maar Under The Blacklight is toch wel een fijne aanstekelijke popplaat geworden. En om “Dejalo” kan ik ondertussen lachen.

File: Rilo Kiley – Under The Blacklight
File Under: Niet meer als vroeger, maar nog steeds fijn.
File Video: [The Moneymaker]

Anthony David – 3 Chords & The Truth

Dome / Rough Trade

Anthony David - 3 Chords & The TruthToen ik het cd’tje van deze Anthony David ripte voor op m’n iPod, riep de CDDB-vermelding dat dit R&B was. Ieks! Arrenbie? Zo’n eng toonladdertjes op en neer zingend tiepje, met veel te gladde songs? Hmm, dit soort foute meuk gaat meestal naar Gr.R., dus waarom krijg ik dit? Nou ja, de man staat met een gitaar voorop in een ontspannen pose, niet in een glamoureuze pose met veel te veel glim en glitter. Toch maar even luisteren. Okee, het is redelijk braafjes, maar wel goed en sfeervol gedaan. Anthony David zingt echt, in plaats van steeds te laten horen dat hij zo’n goede zangleraar had. Het doet eerder denken aan de semi-soulcrooners van vroeger, George Benson, Bill Withers, dat soort mensen. Iets minder rootsy dan pakweg Ben Harper en G. Love, geen reggae- en hiphopinvloeden, maar soul met blues- en vooral jazzinvloeden in echte muziek en niet van die hitparadeconfectiepop. Die gitaar heeft ‘ie bijvoorbeeld niet voor de show vast, hij kan daar echt wel wat op. De veertien songs – en een remix – zijn als afzonderlijke songs prima te pruimen, maar na vijftien songs blijf ik toch met een kater achter. Het blijft namelijk muzikaal wel erg braaf, met beschaafde conga’s, beschaafde akkoorden en al even beschaafde zang. Pas als er wat meer funk in komt in “GA Peach” is er enige variatie. Het is wat ik maar het Robert Cray-gevoel noem. Het is technisch goed, de composities zijn okee, de productie is puik, maar met vijftien songs braafheid slaat onvermijdelijk de verveling toe…

File: Anthony David – 3 Chords & The Truth
File Under: De soulvariant van Robert Cray
File Audio: [DavidSpace]

Euros Childs – The Miracle Inn

Wichita / V2

Euros Childs - The Miracle InnHet is verleidelijk om met cd’s om te gaan zoals met drankjes: je schenkt ze in, consumeert ze en dat was het dan weer. NEXT! Terwijl het zoveel beter zou zijn om muziek te vergelijken met een omgeving of een huis: elk liedje is als een kamer die je binnenstapt en waarin je eindeloos kunt genieten. En zo stapte ik dus de wonderherberg binnen van meneer Euros Childs uit Wales. Het is zijn derde optrekje alweer sinds zijn vorige band Gorky’s Zygotic Mynci ploef deed, en het is gebouwd naast het bos van Midlake. (Over Midlake gesproken, hier heb je trouwens een stijlvolle Roscoe-remix. Veel plezier ermee.) Alleen is alles aan Midlake tragisch en mysterieus, en heeft Euros Childs zijn meubels juist met heel gewoon hout in elkaar getimmerd. De deuren piepen niet, het pluizige kleedje op de tafel is net wat te krap en hier en daar hangt er een aandoenlijk schilderij. Het is best gezellig vertoeven hoor, zo in het grote café van The Miracle Inn waar het bier geschonken wordt. Het is lekker warm, er staat een grote piano, iemand zingt wat lala-rijmpjes, er fladderen wat vogels rond en er wordt Engels gezongen – in tegenstelling tot in het vorige huis van Euros Childs. Maar het interieur is dus niet zo wonderlijk dat ‘t me echt bijblijft. Voor een herberg is-ie eigenlijk te schoon. Er hangt geen damp, dramatiek of duisternis, en voor echt interessante verhalen moet je ook elders zijn. Maar om in te slapen bevalt-ie me prima.

File: Euros Childs – The Miracle Inn
File Under: ZZzzZZzzzZz…
File Audio: [MyInn]

Strings Of Consciousness – Our Moon Is Full

Central Control / Konkurrent

Strings Of Consciousness - Our Moon Is FullDe wereld der muziek is oneindig groot en dit negenkoppige ensemble laat mij weer een hoekje verkennen. Meerdere hoeken eigenlijk, want zowel de muzikanten als hun talrijke (vocale) gasten komen uit allerlei broeiplaatsen der experimentele muziek. Die wie weet ook wel allemaal met draadjes verbonden zijn. Zo doet de Engelsman Barry Adamson mee, die met Nick Cave speelde, en elders Eugene Robinson, de zanger van noiserockers Obxow uit San Francisco. En nu noem ik nog maar een fractie van de dwarsverbanden. Belangrijker is of al die gasten samen iets interessants uit de grond stampen. Mwah, de saxofoon die de plaat opent voorspelt ware avant-garde, maar al snel nemen glitchy beats en irritante vocalen van J.G. Thirlwell (Foetus) het over. Klinkt als Tunng zonder een spoortje toegankelijkheid. Snel door naar het langste en beste nummer “Cleanliness Is Next To Godliness”, een epos in fasen. Eugene Robinson vertelt op typisch Afro-Amerikaanse wijze een verhaal over de gefocuste voorbereiding en de uiteindelijk mislukking van een poging tot moord. Hij doet dat zeer ritmisch en hypnotiserend, de jongens uit Kerouac’s On The Road zouden het zeker diggen. En ik ook. De begeleiding is eerst jazzy als in een zwoele film, maar de noise borrelt en giert tot die oplost in een Idiotheque-beat. Boeiend, net als het harpgetokkel in “Sonic Glimpses”. Ook daar wordt, zoals eigenlijk overal, weer poëtisch gekwekt, wat voor een consistente sfeer zorgt, ook omdat de muzikale lijn wordt doorgetrokken. Ondertussen pluk ik echter aan mijn kin en meen dat het allemaal wat teveel van het goede is. De plaat mist een hart. Of mijn hart.

File: Strings Of Consciousness – Our Moon Is Full
File Under: Abstracte kunst?
File Audio: [Strings-Space]

Jenny Hoyston – Isle Of

Southern / Konkurrent

Jenny Hoyston - Isle OfAmerikanen zijn vaak jaloers op ons Europeanen want wij hebben tenminste een echte oude cultuurgeschiedenis. Onze voorvaderen hebben steden, gebouwen, schilderijen, beeldhouwwerken enz. gemaakt die we nu nog kunnen bewonderen. Blanke Amerikanen hebben dat niet zo, hun eigen geschiedenis is nog niet zo oud. Maar als we het hebben over de popmuziek, dan is het juist andersom. De pop- of rockmuziek heeft zijn basis in de country en bluesmuziek uit de Verenigde Staten. Het is dus ook niet zo vreemd dat Amerikaanse rockmuzikanten regelmatig teruggrijpen naar hun roots. In Nederland hebben we zoiets niet of je zou de smartlap of zeemanslied als de voorlopers van de huidige Nederlandstalige popmuziek moeten zien. Jenny Hoyston zou je kunnen kennen als zangers/gitarist van de punkrockgroep Erase Errate of van haar solowerk onder de naam Paradise Island . Vorig jaar ging zij al terug naar haar countryroots op de cd die zij samen met William Elliot Whitmore opnam. Isle Of is haar eerste soloalbum onder haar eigen naam en op deze cd gooit ze al die muziekstijlen op een hoop. Op “Structure” hoor je haar punkachtergrond en “Even In This Day and Age” en “Send the Angels” zijn weer meer beïnvloed door country en blues. Op de meeste andere nummers klinkt Jenny Hoyston als Liz Phair en PJ Harvey en die nummers bevallen met het beste. Geef mij dus maar “Spell D-O-G”, “Bring Back Art” en “Novelist”. Ik vind het echter jammer dat ze op sommige tracks gebruik maakt van een drummachine. Met een wat minder elektronisch geluid hadden deze songs volgens mij een stuk beter geklonken. Ten slotte is daar nog de instrumentale afsluiter “Babies With Rabies” dat me zowel titel als muziek doet denken aan Phoebe Buffay van Friends. Samenvattend: Jenny laat ons horen wat haar muzikale achtergrond is en dat is soms interessant en soms wat vervelend. Zoals in feite elke geschiedenis.

File: Jenny Hoyston – Isle Of
File Under: Bring Back Art
File Audio: [ Spell D-O-G]

Shy Child – Noise Won't Stop

Wall of Sound / PIAS

Shy Child - Noise Won't StopHet houdt niet op met de teringherrie, zo zingt, nee schreeuwt Pete Cafarella van Shy Child op het titelnummer van deze plaat. Inderdaad zeg. Het is wel even wennen, luisteren naar deze Simon LeBon soundalike achter een voice distortion over beats die nog het meest lijken op een mengelmoes van The Knife, Klaxons en !!!. Het is vreemd als het Zweedse Mes, de sirenes die Klaxons al bij KLF vandaan haalde steken ook bij Shy Child veelvuldig de kop op en de percussie ligt in het aangename verlengde van de stadsgenoten van !!!. Maar tof is het wel. Opener “Drop The Phone” is er een die je meteen op repeat wilt zetten, terwijl de bubbling beats van “Good and Evil” zeker niet zouden misstaan op een willekeurige Rotterdamse Now&wow-party. “Pressure To Come” is één brok intensiviteit en energie, terwijl de vrouwelijke vocalen die op “Generation Y” worden uitgesmeerd zeer fijn zijn in combinatie met Cafarella. Enige nadeel is dat je na drie keer luisteren een redelijke koppijn begint te ontwikkelen. Al het gepiel met sirenes, bliepjes en rare geluidseffecten is niet erg bevordelijk voor de rust onder de hersenpan. Wat dat betreft is de gladde popplaat die Klaxons heeft uitgepoept toch iets meer mijn ding. Toch mag ik niet te veel mierenneuken. Noise Won’t Stop is een prima plaat, en Shy Child zou zomaar eens de volgende new-rave sensatie kunnen worden. Al is het wel heel makkelijk om ze maar weer in dat vakje te proppen. Maar goed, nu is het al gebeurd.

File: Shy Child – Noise Won't Stop
File Under: Uiterst dansbare Rivella op plaat
File Audio: Shyspace

Pleasure Forever – Bodies Need Rest

Conspiracy / Konkurrent

Pleasure Forever - Bodies Need RestAf en toe krijg je van die promo’s toegestuurd waar je veel moeite voor moet doen. Bij deze kreeg ik alleen maar een cd, meer niet. Op die cd verder alleen de naam “Pleasure Forever” en de titel Bodies Need Rest. Dat was het (hij zag er verder uit als een Noorse blackmetal-cd, met van die wazige bomen tegen een grijze lucht). Ik als bandjeskenner had er vanzelfsprekend weer eens nooit van gehoord en aldus ging het schijfje de spelert in en begon ik mijn Google-speurtocht. Dit Pleasure Forever heeft in het verleden blijkbaar ooit eens een plaat uitgebracht via Subpop (toch geen kleintje) en dit blijkt een intussen hun derde postume plaat te zijn. Want ze bestaan niet meer. Deze cd is een verzameling b-kantjes, internet-singles en EP’s, van relatief wisselende kwaliteit (lees: klinkt hier en daar als een goed geproduceerde demo). Indiepsychedelica van de garage-soort, met zuigende gitaren, jengelzang en een lekker gruizige sound, zonder al te smerig te worden. Alsof je een willekeurige oefenruimte in de jaren 80 binnenstapt, waar het geluid van fuzz-pedalen en chorusbakjes je tegemoet komt (Kleef, lees je mee?). Behoorlijk primitief bij vlagen, maar met het hart op de juiste plaats. Zodoende een aardig schijfje voor de verzamelaar van de obscuurdere gitaarpsychedelica.

File: Pleasure Forever – Bodies Need Rest
File Under: Postume gitaarpsychedelica
File Audio: [klik]

Minus The Bear – Planet Of Ice

Undergroove/Suburban

Minus The Bear - Planet Of IceDe vaste lezers weten wel dat mijn huisgenoten vaak niet bepaald staan te springen tijdens het ongevraagd beluisteren van mijn recensie-cd’s. Hoe anders was dat deze keer. Ik kreeg zelfs een smeekbede deze cd weg te geven! Gelukkig ging het hier om een gebrande schijf zonder hoesje, dus heb ik ‘m zelf maar gehouden. Niet alleen daarom overigens, Planet Of Ice is een toffe plaat, zelfs al is het genre meer iets voor mijn emo-huisgenote. Minus The Bear speelt van die stijl een intellectuele versie. Alsof Panic! At The Disco covers van Battles speelt, de Mars Volta ineens toegankelijke muziek met de zanger van Mew maakt of toch Karate die hun bandnaam eer aandoen. We piekerden samen wat af, maar het kwartje wilde niet vallen. Wat ik als een goed teken beschouw. Minus The Bear geeft toch echt een aardige draai aan hun, ook voor tienermeisjes acceptabele, indierock. De eerste helft van de plaat is verbluffend: melodieuze maar toch pittige zanglijnen gecombineerd met synthesizers, priegelige gitaren en uitstekend drumwerk. Ook de bijna constante dubbele vocalen zijn niet te versmaden. Het rustig beginnende “Ice Monster” combineert Death Cab For Cutie-melancholie met een ijzersterk agressief einde. Deze band weet wanneer er gas moet worden gegeven, check daarvoor ook de fijne gitaarsolo’s in “Knights”. De tweede helft van het album is wat minder, eerst is daar het toepasselijk getitelde “Part 2”, wat begint als een akoestische ballade die helaas niet wordt uitgebouwd tot het epos wat ik verwachtte. Aan het slot van de plaat rent de band zich wat voorbij in een paar al te snelle nummers. Niettemin een prima plaat en ik denk dat ik een goed idee heb voor een verjaardagscadeau.

File: Minus The Bear – Planet Of Ice
File Under: Op weg naar het grote publiek
File Audio: [Bear-Space]

No Age – Weirdo Rippers

Fat Cat / Bertus

No Age - Weirdo RippersVeel harde gitaarmuziek brengt het Engelse fijnproeverslabel Fat Cat niet uit. Maar als zij iets met veel venijnig bijtend gitaarwerk uitbrengen, dan is het altijd iets bijzonders en zeker verrassends. Vorig jaar rond deze tijd verscheen bijvoorbeeld het overdonderende Do Easy van Giddy Motors, een extreem vinnig werkje. De debuut-cd van No Age is ook weer zo’n aangename verrassing. Het duo uit Los Angeles bracht tot deze cd hun muziek alleen maar op vinyl uit via een handvol obscure labels. Weirdo Rippers bevat een deel van deze tracks en is aangevuld met enkele nieuwe tracks. Ruw, rauw en experimenteel zijn hier de kernwoorden wat mij betreft. Het openingsnummer “Every Artist Needs A Tragedy” combineert op bijzondere wijze het doffe Joy Division-drumgeluid met Sonic Youth-achtig gitaarwerk, maar dan wel op een manier die klinkt als op cd gekwakt ruw beton. Het volgende “Boy Void” doet er nog een schepje bovenop en voegt de rammelende snelle kant van The Ramones aan de sound toe. Maar verderop tonen Randy Randall en Dean Spunt zich ook beheersers van Animal Collective-achtige gekte. Dat levert al met al genoeg stof tot nadenken op. Op een bepaald moment dacht ik: ‘vind ik dit nu wel of niet geweldig?’ Dat klinkt misschien raar, maar is het niet. Weiro Rippers is door zijn schokkende rauwe compromisloosheid namelijk zo’n cd waar je een haat-liefdeverhouding mee ontwikkelt.

File: No Age – Weirdo Rippers
File Under: Weird indeed.
File Audio: [NoSpace]
File Video: [Boy Void]