Monthly Archives: November 2007

Fauxliage – Fauxliage

Nettwerk / Munich

Fauxliage - FauxliageGrappig hoe twee acts waar je an sich weinig mee had kunnen versmelten tot iets waar je geen genoeg van kunt krijgen. “Kiss Me” van Sixpence None The Richer vond ik op zich wel een aardig nummer, maar ik heb niet bepaald wakker gelegen van het feit dat deze band in 2004 uit elkaar ging. En Delerium, daar vond ik ook maar weinig aan. Hun samenwerking met Sarah McLachlan in “Silence” ging nog, maar hun andere hitsingles deden me weinig. Nu is er echter een nieuwe band opgestaan die luistert naar de naam Fauxliage – wie een idee heeft hoe je dat uitspreekt, ik hoor het graag – waarin voormalig Sixpence-zangeres Leigh Nash en Bill Leeb en Fhys Fulber van Delerium hun krachten bundelen. En hun debuut-cd is er een om je vingers bij af te likken. Tenminste, als je net zoals ik ooit verkikkerd was op de Love In The Time Of Science-cd die Emiliana Torrini maakte met Tears For Fears-frontman Roland Orzabal of Anja Garbarek‘s Briefly Shaking. Net als bij Garbarek en Torrini leent de kristalheldere stem van Nash zich uitstekend voor dit soort triphop-achtige muziek. Fauxliage is wel wat meer mellow en ambient-georiënteerd, maar dat maakt Fauxliage niets minder dan een aanrader van jewelste. Het enige dat van mij niet nodig was geweest is het toevoegen van twee remixen van “Rafe”. Da’s leuk als aanvulling op een single, maar de uptempo Gabin-remix en dubby remix van Pacha hebben op mij niet de betoverende uitwerking die de negen originele tracks wel degelijk hebben.

File: Fauxliage – Fauxliage
File Under: Fijne dromerige triphop
File Audio: [Spelert bij hun label][ MySpace]

The Pyramids – The Pyramids

Domino / Munich

The Pyramids - The PyramidsErgens in de jaren tachtig kwam ik in aanraking met garagerock. Ik ontdekte bands als The Nomads en The Vipers, maar ook de garagebands uit de zestiger jaren zoals The Seeds en The Chocolate Watchband. Mijn broer woonde destijds in de buurt van Rotterdam en hij ging regelmatig naar de centrale discotheek om platen te lenen. Hij leende ook wel eens platen voor mij en die zette hij dan op cassette. Ik had toen niet veel geld maar zo kon ik toch een hele verzameling van cassettes met garagerock aanleggen. Korte, stevige songs zonder poespas die in korte tijd waren opgenomen. Als je deze beschrijving hanteert dan maken The Pyramids ook garagerock. Niet de surfrockers met die naam die in de jaren zestig een hitje hadden met “Penetration”, maar Mark Cleveland en Sam Windett, twee leden van Archie Bronson Outfit. Tijdens een van de sessies voor de cd “DerdangDerdang” besloten ze om samen een plaat op te gaan nemen. De tien songs op deze titelloze cd zijn in een weekend geschreven en in ��n week opgenomen op een oude 16-track recorder. Het is zelfs aan de verpakking te zien dat ze niet veel tijd voor dit album hebben genomen en dat is toch wel jammer. Met een beetje meer geduld en aandacht had dit misschien wel een aardige cd kunnen worden. Nu is het een cd met een paar leuke en met een paar oninteressante songs geworden. “Guitar Star” is bijvoorbeeld een song die iedereen na twee gitaarlessen had kunnen maken en ook op “Festoons” hadden ze wel een beetje meer hun best kunnen doen. Het is ook jammer dat de beste tracks van The Pyramids zoals “A White Disc of Sun” en “A Gala in the Harbour of Your Heart” weer te lang duren want een garagerocksong van vier of vijf minuten is toch wel te veel van het goede. Met andere woorden: een gemiste kans.

File: The Pyramids – The Pyramids
File Under: Empty Yourself
File Audio: [
PyramidsSpace
]

Parkway Drive

Interview: Marz667

Never Say Die! is naast het achtste album van heavymetalband Black Sabbath ook een tour die momenteel door Europa gaat. Die omvat de bands Comeback Kid (Christian hardcore), Cancer Bats (hardcore punk), This Is Hell (straight edge hardcore), The Warriors (grindcore) en Parkway Drive (metalcore). Bij laatstgenoemde stap ik de toerbus binnen om een paar vragen te stellen over hun laatste album en de opmerkelijke tour. Wanneer ik de bus betreed zit zanger Winston McCall nog even snel te werken achter zijn laptop..
Parkway Drive
‘We hebben vanuit de bus draadloos internet van de zaal, maar helaas is de connectie erg slecht, dus het schiet niet echt op. Ik ben pas twee weken van huis, maar heb graag elke dag even contact met het thuisfront.’ vertelt hij terwijl McCall de laatste zinnen af typt voordat z’n Macbook sluit. ‘We zijn hier pas net aangekomen en ik ben pas net wakker, vandaag benoem ik tot mijn hersteldag. Voel me al een paar dagen niet echt lekker.’


Continue reading

Nancy Elizabeth – Battle And Victory

Leaf / Konkurrent

Nancy Elizabeth - Battle And VictoryOver Battle and Victory valt genoeg te zeggen, maar tegelijkertijd volstaan eigenlijk de woorden ‘gewoon goed’. Het is geen schokkende plaat, maar Nancy Elizabeth is duidelijk een jongedame met talent, die in haar folkmuziek volkomen naturel Keltische invloeden met de Balkan en Amerika laat samengaan. Om daarachter te komen had ik overigens wel een flink aantal luisterbeurten nodig, dus geef haar de tijd. De Engelse zangeres beweegt zich op een zeer aangenaam grensvlak. Freakfolk zonder gefreak, zeg maar. Nancy Elizabeth heeft nu eens geen krakende stem, maar een helder geluid. Zoals Laura Veirs, alleen dan nog wat liever, ze zingt werkelijk als een engeltje. Ook zijn er leuke, bijna poppy meerstemmige passages, bijvoorbeeld in opener “I’m Like The Paper”. Daarbij is mevrouw een verbluffende multi-instrumentaliste, die op gitaargebied niet voor Tiny Vipers onderdoet en als een echte muze van deze tijd ook op harp, dulcimer en nog een waslijst andere instrumenten excelleert. Niets te klagen dus? Nou, ik had graag gezien dat het schetsmatige “Electric” uitgebouwd was tot een wat ruiger (swingender!) nummer. Ze zou het absoluut kunnen. Die uitbarsting komt pas in het daaropvolgende “Hey Son”, al is dat eerder een vervelend stukje postfolk-chaos à la Akron/Family. Speeltijd dan. Hoewel het een van mijn vervelende stokpaardjes is, kan ik ‘t weer niet laten: zelfs met slechts vierenveertig minuten is de plaat wat te lang. Na “Weakened Bow”, wederom een charmante akoestische gitaar-ballade, versierd met harmonium-accenten, is ‘t voor mij genoeg.

File: Nancy Elizabeth – Battle And Victory
File Under: Een eerste belangrijke stap op weg naar Victorie
File Audio: [Nancy-Space]

Jack Molton Distortion – Lakeland

Sonic

Jack Molton Distortion - LakelandEen enkele keer heb ik zo’n cd’tje dat ik al een hele tijd beluister en waarbij ik me ineens bedenk dat ik er ook nog iets over moet schrijven. Stiekem is zo’n cd dan in mijn gedachten al onderdeel geworden van mijn vaste collectie en komt de gedachte aan een recensie niet eens in me op. Dat gebeurde ook bij deze cd van de Jack Molton Distortion, een fijne Nederlandse rammelrockband. Op de een of andere manier klinkt hun muziek direct heel vertrouwd en lekker. Hun vorige album vond ik al lekker klinken, maar op dit album – met een nieuwe drummer – is wat mij betreft geen mindere track te vinden. Het is ruig waar het kan, melodieus waar nodig en gevarieerder dan ooit. Daarnaast zijn er goede songs in de traditie van Claw Boys Claw en aanverwanten, in een ongepolijste productie maar allebehalve rommelig. Eigenlijk is dit album van een soort vanzelfsprekende kwaliteit die in Nederland maar ook daarbuiten eigenlijk helemáál niet vanzelfsprekend is. Als slot van de cd hebben ze nog twee verrassingen in petto. Allereerst een electrorockversie van “Rachel” waarop ze ineens klinken als NE1. Volstrekt anders, maar ik vind ‘m erg leuk. Als bonusdingetje, dat wel, want de rammelrock moet vooral rammelrock blijven. Dat ze daar goed in zijn laten ze nog eens horen in “Jam #162”, een eh… jam die het album afsluit. Als bonusbonus krijg je er ook nog een dvd met zes live-opnamen in een polderlandschap bij. Rammelrock extraordinair!

File: Jack Molton Distortion – Lakeland
File Under: Rammelrock van een niet vanzelfsprekende vanzelfsprekende kwaliteit
File Video: [Spasmo]

Justin Currie – What Is Love For

Ryko / Rough Trade

Justin Currie -What Is Love For‘Huh? Die stem die ken ik!’, dacht ik toen ik voor het eerst Justin Currie‘s What Is Love For draaide. Maar waarvan ook alweer? Ik kon de verleiding weerstaan om gelijk die naam in mijn Google-zoekvenster te rammen. Ik besloot voor mijn tegenwoordig weer netjes op alfabet staande kasten gevuld met cd’s te gaan staan en net zo lang te turen tot ik gevonden had waar ik naar zocht. Want ik wist zeker dat die stem in mijn cd-kast stond. Ik tuurde en tuurde; dat gaat nou eenmaal zo gaat als je vier Billys vol hebt. Ondertussen draaide ik het openings- en titelnummer nog een paar keer achter elkaar. Dit is namelijk absoluut een van de mooiste liedjes die ik dit jaar hoorde. Een liedje om bij weg te mijmeren. Dik aangezet met strijkers en dan die stem die invalt – wow! Opeens had ik een brainwave! Het was Del Amitri! Justin Currie was de zanger van Del Amitri! U weet wel van “Nothing Ever Happens” Ik trok Some Other Sucker’s Parade uit de kast en vond daarop de gezochte bevestiging. Het gros van de liedjes daar was inderdaad geschreven door deze sympathieke Schot. Zijn eerste solo-plaat is veel meer singer/songwriter georiënteerd dan Del Amitri dat toch vooral uit het rootsy rockvaatje tapte met powerpop doorkijkjes. What Is Love For klinkt oneerbiedig gezegd zelfs Radio-2-fähig. Maar met zijn donkere, warme stem en grotendeels prachtige, romantische liedjes geeft hij de Josh Groban‘s, James Blunt’s, Gavin DeGraw’s en gelijkgestemden van deze wereld wel mooi het nakijken. Als zij miljoenen kunnen verkopen, dan zou Currie dit met zo’n mooie plaat als What Is Love For, toch ook moeten lukken?

File: Justin Currie – What Is Love For
File Under: Een cd die opent met een van de mooiste liedjes van dit jaar.
File Audio: [ MySpace]

VA – Pet Series Volume 6 – The Mouse

Volkoren / Munich

v.a.-the_pet_series_volume_6_the_mouse.jpgVoor mij ligt Volume 6 van de Pet Series, met het thema The Mouse. Wederom krijgen twaalf naar cont(r)act zoekende indiebandjes een kans van zich te laten horen. Ik zet de plaat op en vertrouw mijn eerste indrukken meteen toe aan dit stukje. Raphelson‘s “Starling Birds” is een prachtig rêverietje, voorbij voor ik het door heb. De galmende kopstem van Marcus Forsgren van The Lionheart Brothers herken ik direct van de Ten-DVD en “The Nut” is weer zo’n fantastisch sferisch spacenummer. LPG priegelt een atmosfeertje in elkaar waarin alles gezellig kraakt en klingelt totdat een monotoon ge-aahh het enigszins smoort, maar het dan gelukkig nog omslaat in een hemels koortje. Marten de Paepe en Chantal van der Leest horten en stoten klanken uit die naar woorden neigen – “Mole In The Ground” kabbelt geruisloos voorbij. Sylvain Chauveau beperkt zich in “The Phonecall” tot het strijken van wat viool-en cellosnaren. Fauve trekt zich in het sterke “Retreat” terug in een sprookjesachtige soundscape vol oosterse getokkel, getjirp en gefluit. Stafraenn Hákon evoceert in “Sullaveiki” een veel monotoner muzikaal landschap, de reis er doorheen is langdradig. Ndromeda brengt in “Lurelei” niet de sirene waar ik nu toch wel naar begin te verlangen. Met het vrolijke “Lisa’s House” doorbreekt Hero Horns de melancholische Weltschmerz waarmee Volume 6 tot nog toe is gevuld. De lange jam van The Retail Sectors is even interessant als de branche waarnaar de band zich heeft vernoemd. Mama’s Homemade Dress brengt in “I stand corrected” met een stem van velours de langverwachte vocale verlossing. Summer Darling’s “Hip Charade” sluit Pet Sounds 6 pittig af met de puntige drumritmes van Todd Spitzers remix.
Mocht je interesse hebben Pet Sounds gratis en voor niks aan je muziekcollectie toe te voegen, doe dan mee aan de prijsvraag. Ik heb geen idee hoe die in z’n werk gaat, maar klik op de volgende link en dan zal alles tot in de puntjes worden uitgelegd.

File: VA – Pet Series Volume 6 – “The Mouse”
File Under: Een schot hagel, drie keer raak