Monthly Archives: October 2010

Week 43, 2010

Storm
iLiKETRAiNS – He Who Saw The Deep
Ewie
An Pierlé & White Velvet – Hinterland
Ludo
Badly Drawn Boy  – It’s What I’m Thinking (Part One, Photographing Snowflakes)
Gr.R.
Big Country – The Crossing
Ramon
The Dream Syndicate – The Days Of Wine And Roses
André
Our Broken Garden – Golden Sea
Prikkie
Status Quo – Live At The BBC
Stonehead
The Tunes – Pududu
DubbelMono
Sandy Denny – Sandy Denny (boxset)
Campking
Sungrazer – Live in Sounds, Tilburg als opener van de Popronde…

Asia / Uriah Heep

Asia: Frontiers / Rough Trade; Uriah Heep: Edel / V2

In deze tijden van dalende cd-verkopen én voortschrijdende techniek, zie je steeds meer bands de ene na de andere live-cd op de markt brengen. Ik ben een van die mensen die daar steeds weer voor zwicht als er een live-cd beschikbaar is van het optreden waar ik bij was. Zulke cd�s zijn doorgaans alleen interessant voor de echte fan, of als een-live-cd-is-een-live-cd voor impulskopers.
Asia - Spirit of the Night -  Live in Cambridge �09Toen ik Asia weer in mijn lijstje zag verschijnen, verzuchtte ik tegen Storm dat dan iemand anders Blackmore’s Night zou moeten overnemen. Het folky gepingel van Ritchie Blackmore doet pijn in oren en rockhart, maar Asia komt daar steeds dichterbij. Sinds Geoff Downes de rest van Asia dumpte en de oerbezetting weer bij elkaar haalde als een soort begeleidingsband voor zijn eigen ego, blijft een stroom aan studio- en live-cd’s van Asia verschijnen en eerlijk gezegd zijn ze allemaal even bloedeloos en ongeinspireerd. Het zal vast een riante hypotheek bekostigen, want muzikaal is niets anders meer dan het uitmelken van het oude concept, met dien verstande dat Downes nu geheel aan de touwtjes trekt. Nu is het weer een live-cd met een concert uit Cambridge. Alle bekende songs staan erop, Downes staat wel heel erg vooraan in het geluidsbeeld en de zang wordt steeds slordiger en onvaster. Het geluid is verder prima, maar dat is bij lange na niet voldoende. Dit Asia recyclet alleen nog maar, en nog slecht ook.
Uriah Heep - Official Bootleg Volume II - Live in Budapest, Hungary 2010Uriah Heep is juist weer helemaal enthousiast. Na de Celebration-cd, waarop de oude krakers eindelijk ook in de studio eens met Bernie Shaw werden uitgevoerd, was er extra belangstelling voor de heren, die onder andere op Bospop lieten zien dan ze het nog steeds ongelooflijk leuk vinden. De titel van deze live-cd laat weinig te raden over: het zijn opnamen van één enkele avond, zonder correcties en van een redelijke kwaliteit. Maar het spelplezier maakt dat met gemak goed. De setlist met “July Morning”, maar ook “Only Human” en “Free �n� Easy”, is een fijne mix van oud en nieuw(er) met variatie ten opzichte van Celebration. De band heeft het naar zijn zin, het publiek eveneens. En ja, ik ook. Kijk meneer Downes, zo kan het dus ook….

File: Asia – Spirit of the Night – Live in Cambridge �09
File Under: Die geest is al een tijdje pleite

File: Uriah Heep – Official Bootleg Volume II – Live in Budapest, Hungary 2010
File Under: Hebben nog helemaal de geest

Clinic – Bubblegum

Domino / Munich

Clinic - BubblegumHet is een van de mooiste nummers van 2010 en als je niet beter wist zou je denken dat “I’m Aware” een nieuw werkje was van een lekker uitgeruste en relaxte Thom Yorke. Afgezien van deze opener hangt ook over de andere nummers van Bubblegum een bijzonder soort loomheid die we niet van Clinic gewend zijn. Zelfs de typische Clinic-psychedelica wordt redelijk in de hand gehouden, afgezien van een compleet ontsporend orgeltje op “Baby” en het venijnige gitaartje op “Lion Tamer”. De Sixties komen in volle glorie terug op het Syd Barrett-achtige “Linda”, een prachtig en subtiel uitgevoerd nummer waar ene Linda vast heel blij mee is. Net iets te bizar wordt het op “Radiostory”, een niemandalletje met gesproken tekst dat eigenlijk misstaat op de het album. Sowieso is de tweede helft van het album een stuk minder overtuigend dan de eerste helft en na zo’n tien nummers begint het toontje te vervelen. Lekker lui en loom wordt vervelend slap en sloom. Gelukkig heeft de sterke afsluiter “Orangutan” nog wat pit en verdwijnt het album nog net niet helemaal in een dikke wietwolk.

File: Clinic – Bubblegum
File Under: Easy listening
File Audio: [MySpace]
File Video: [I�m Aware]
File Twitter: [Twitter]

The Keys – Fire Inside

The-Keys_Fire-Inside.jpgOoit heetten ze Murry The Hump, waren het NME-helden en deden ze sessies voor John Peel. Sindsdien waren ze volkomen vergeten, tot ze hun naam veranderden in The Keys. Wederom mochten ze optreden voor John Peel en brachten ze twee EP’s uit. Dit jaar is dan eindelijk hun eerste full-length verschenen en gaat het combo uit Cardiff de wereld veroveren. Althans, in een betere en rechtvaardiger wereld. Maar in een wereld waar fijne, zwaar op de betere muziek uit de jaren zestig leunende liedjes met een alternatief randje hoogstens een linkse hobby kan zijn, vrees ik het ergste voor ze. En dat is erg jammer, want Fire Inside is een album als een omgevallen platenkast. Een platenkast gevuld met het beste dat de jaren zestig te bieden hebben. Van door een orgel gedomineerde r&b (titeltrack Fire Inside), stompende garage (“People Meet People”), Beatlesque schoonheid (“Valley Son”) via ruige, psychedelica met fuzz (“The Eyes of the World”) tot een afsluiter waarin alle eerder gebruikte genres nog even voorbij komen (“O Lord”). En uiteraard staat halverwege het album een niemendalletje van een halve minuut waarop een teruggespoelde tape is te horen. De wereld zullen ze er ongetwijfeld niet mee gaan veroveren, maar een paar festivals zullen er ietsje extra van gaan spetteren. Fijn bandje.

File: The Keys – Fire Inside
File Under: Sixties revisited
File Audio: [MySpace]
File Video: [Fire Inside]

Continue reading

Tokyo Sex Destruction – The Neighbourhood

Stag-O-Lee / Munich

Tokyo Sex Destruction - The NeighbourhoodJe krijgt bijna het idee in een soort punkrock-miniplaybackshow beland te zijn, bij het lichten van de doopceel van Tokyo Sex Destruction uit Barcelona. De bandleden hebben namelijk állemaal Sinclair als achternaam. Állemaal! Da´s geen toeval natuurlijk. Hier wordt John Sinclair aanbeden; tegenwoordig poëet en tussen 1966 en 1969 manager van punkrockpioniers MC5. Ik kan er slecht tegen, deze muzikale verkleedpartijtjes. Je zó nadrukkelijk met de identiteit van een ander vereenzelvigen móet wel tot gevolg hebben dat er van je eigen identiteit bar weinig overblijft. Courant gedrag als je zestien, pokdalig en onzeker bent, maar ronduit onaanvaardbaar als je jezelf eenmaal interessant genoeg acht om een podium te bestijgen. Ik had me hier lang niet zo over opgewonden als The Neighbourhood indruk had gemaakt. Met armen vol kippenvel blijven dit soort principes slecht overeind, toegegeven. Uiteindelijk gaat het om de kwaliteit van de muziek. Maar Tokyo Sex Destruction weet op The Neighbourhood maar een matige deuk in mijn pakje boter te slaan. Hun soulvolle mix van garagerock en punkige uitwassen werd al veel vaker en bovendien veel beter gedaan. Door het Zweedse Mando Diao bijvoorbeeld, op hun debuut Bring ‘Em In uit 2002. En natuurlijk door de Grote Overschaduwers zelf, MC5 uit Lincoln Park, Michigan. Door de makers van protopunk-evergreen “Kick Out The Jams” zó nadrukkelijk aan te roepen richt je veel aandacht op jezelf. Om dan overeind te blijven moet je van goede huizen komen. Tokyo Sex Destruction komt niet verder dan een tochtige schuur.

File: Tokyo Sex Destruction – The Neighbourhood
File Under: Punkrock-miniplaybackshow
File Audio: [MySpace]
File Video: [The Sounds From Your Soul]

VA – Afro-Beat Airways

Analog Africa / Clearspot

VA - Afro-Beat AirwaysVooroordelen, elk mens heeft ze. Een fijne bijkomstigheid bij het cd’s ter recensie aangeboden krijgen is dat hierdoor een van mijn vooroordelen verdwenen is. Ik zou namelijk een paar jaren geleden enigszins allergisch gereageerd kunnen hebben op het lezen van het woord Afro, omdat ik Afrika associeer met djembé-ellende. Inmiddels weet ik beter. Dat heb ik allemaal te danken aan het Analog Africa-label dat hier nog nooit uitgebrachte parels beschikbaar maakt. Dit is op Afro-Beat Airways, West African Shock Waves, Ghana & Togo 1972-1978, niet anders. Het label mocht gebruik maken van de archieven van Polygram West Africa, die hier nooit iets mee gedaan hebben. Uiteraard is het ritme van groot belang, maar wat mij het meest opvalt is dat funk zo’n vooraanstaande plek heeft. Ook instrumenten die je niet direct zou verwachten krijgen een opvallende plaats. Zo knalt het orgel op “Ma Nserew Me” van de Apagya Show Band écht uit mijn speakers. Wat is dit geweldig gedaan! De blazers op “Me Yee Owu Den” van K. Frimpong & His Cubano Fiestas gaan als Afrikaanse olifanten tekeer. Ook niet iets wat ik een paar jaar geleden zou verwachten. Dan heb ik nog maar twee tracks gehad. Naast deze zijn er nog dertien om van te genieten. Weg dus met die vooroordelen.

File: V.A. – Afro-Beat Airways
File Under: Feestje!

Takka Takka – Migration

Lili Is Pi

Takka Takka - MigrationEr gaan geen hippe IJslanders, maar Brooklyners achter de naam Takka Takka schuil. Een onopvallende vertegenwoordiging uit deze New Yorkse hotspot, dat is eigenlijk juist weer wel opvallend. En om het nog ingewikkelder te maken, op Migration zijn juist de onnadrukkelijke passages waar de band een schimmenspel speelt het sterkst. Op haar beste momenten maakt Takka Takka ruimtelijke kamerpostrock met een poppy tintje. Met name de gitarist verdient een pluim, over de gehele linie van de plaat speelt hij subtiele versieringen en welgeplaatste korte soli. Het is juist wanneer de band iets scherpers probeert dat het misgaat. Zelfs in de gitaren. De meeste synthesizerlijnen zijn slechts een hinderlijke onderbreking van de sfeer (“Silence”) en als de vocalist in “Lion In The Way” slechts begeleid door een akoestische gitaar op de voorgrond treedt wordt ie irritant. Op ‘echte liedjes’-gebied schiet de band één keer in de roos. “The Takers” opent zich langzaam voor de luisteraar met frisse gitaarlijnen, Modest Mouse-achtige coupletten, om uit te komen in een vederlicht Nada Surf-refrein. Ook in “Everybody Say” lukt het bijna, al blijft het jammer dat de zanger tegen het eind aan het jammeren slaat. Als gezegd, de echte kracht van de band ligt dan ook in de krauterige sfeerschetsen, zoals de fijne afsluiter “You And The Universe”, met gevoelvol pulserende toms en het geluid van Wilco (en het verwante super-project Loose Fur).

File: Takka Takka – Migration
File Under: Zorgvuldig en afgemeten
File Audio: [Takka-Space]

Shaking Godspeed – AWE / Paceshifters – One For The Road

Suburban & Suburban

Shaking Godspeed - AWEEen kleine twee seconden tjilpt er een vogel. Misschien wel om de link te leggen met de ‘keet’ op het Achterhoekse platteland waar Shaking Godspeed de cd opgenomen heeft. Na de tjilp is het gedaan met de rust en laat Awe de vellen van je speakers strak in de klankkasten staan. Al in de knallende openingstrack is me duidelijk dat ik in tijden niet zo’n lekker overdonderende pot goudeerlijke rock gehoord heb van een Nederlandse band. Wout Kemkens, Maarten Rischen en Paul Diersen (hij zit nu op de plek waar Pieter Holkenborg eerst zat) hebben hun zaakjes uitstekend voor elkaar. Het goede aan Awe is wat mij betreft dat het geen simpele beukplaat geworden in. Terwijl die mogelijkheid (en verleiding?) er best geweest zal zijn. Na het razende “Godspeed” neemt het trio je liever mee op een boeiende trip langs onverwachte plekken. Het bijna psychedelische “X-Ray Eyes”, het rond een huppelende, “Let’s Work“-achtige drumpartij opgebouwde “We’re Under Attack, So I’ve Heard”, het hypnotiserende Zep-achtige “High Hope / High Times” en zo kan ik nog wel even doorgaan, elk van de tien songs op Awe heeft wel wat aparts dat boeit en vooral blijft boeien. De vergelijking met Claw Boys Claw die ik maakte bij hun debuut-ep, die kan ik voor Awe maar voor een paar songs van stal halen. Die zouden nooit op de proppen kunnen komen met een massieve muur als het bijna acht minuten durende “People Wait, People Listen”. Het geluid van deze song is zo loodzwaar dat ik met mijn in-ear koptelefoon het gevoel heb dat de doppen steeds strakker tegen mijn oorschelp drukken om de muziek de ruimte te kunnen geven die het nodig heeft. Een aparte ervaring en zonder twijfel een van de gaafste tracks van Dietschen bloed die ik dit jaar hoorde. Dan is daarna een luchtiger moment als “Don t Have Time” en “Alive And Swell” wel even prettig. Potverrekaatje wat een geweldige plaat.
Paceshifters - One For The RoadOnder de naam The Sound of the Rock n Roll Underground gaat Shaking Godspeed de komende maand stad en ommeland onveilig maken. In hun kielzog nemen ze een hele pakket aan bands mee. Een daarvan is Paceshifters. Laten die nou ook net met One For The Road hun debuut-cd uitgebracht hebben. Dit trio, dat je gezien hun leeftijd (op zijn hoogst twintig) nog best snotneuzen zou kunnen noemen lijkt me een prima opwarmer. Hun sound is wel een stuk eenvormiger dan die van Shaking Godspeed. Gewoon lekker, een stel jonge gasten die het moeilijke geneuzel lekker aan anderen overlaten en hun ongecompliceerde punkrock vol overgave brengen. Van het soort gitaar omhangen en rammen. Het openingsnummer heet niet voor niets “Rock ‘n’ Roll Trip”. Na een drumroffel en een enthousiast “Let’s Go” is het gelijk op volle toeren doorschakelen naar een hoge versnelling en plankgas rechtdoor. Terugschakelen doen ze onderweg tijdens de dertien songs zelden. Waarom zou je ook als hard gaan je sterkste kant is? Dat ene gevoelige balladje (“Dad”) had van mij dan ook niet gehoeven. Die gevoelige kant laten ze maar aan hun vriendinnen horen. Lijkt me een mooi moment om bier te halen bij een concert. Eigenlijk hoor je alleen maar af en toe aan de zang dat je hier niet te maken hebt met een stelletje door de wol gewassen routiniers die lekkere punkrock maken nog steeds hartstikke gaaf vinden en dat is een goed teken. Paceshifters is gewoon voor mannen die bier in halve liters bestellen…

File: Shaking Godspeed – AWE
File Under: Hollands glorie
File Audio: [MySpace]

File: Paceshifters – One For The Road
File Under: Doeltreffende punkrock
File Audio: [MySpace]

My Favorite Scar – My Favorite Scar

Universal

My Favorite Scar - My Favorite ScarEnige tijd geleden kreeg ik een 3-track cd van My Favorite Scar. Een bandje dat al enige bekendheid verworven scheen te hebben, maar waar ik als Radio 1-luisteraar nog niet mee geconfronteerd was. Het was retecommerciële rock, een soort Foo Fighters met nu-metaltrekjes, met overtuigende composities. Ik was dan ook benieuwd naar het volledige album. Dan is het toch een teleurstelling als het maar weinig afwijkt van wat de andere bands in het genre ten gehore brengen. My Favorite Scar rockt wel degelijk van voor tot achter. Maar de productie is wel heel netjes binnen de lijntjes: enorrum in-your-face en vooral geschikt voor oordopjes. De subtiliteit is daardoor ver te zoeken en dat doet er flink afbreuk aan. Onlangs had ik ongeveer hetzelfde gevoel bij Daybroke: iets meer eigen gezicht en iets minder tevreden zijn met iets wat meekan met de grote jongens zou helpen. Daybroke was qua geluid wat subtieler, maar My Favorite Scar wint het met een neuslengte van Daybroke, omdat ze er een stel songs op hebben staan die wél dat beetje extra hebben. Het prachtige titelnummer bijvoorbeeld, of “No Love Lost”, dat erg aan Rob Zombie doet denken – afgezien van de grunts. Jammer dat ze dat niet helemaal hebben kunnen doortrekken. De stijl verder ontwikkelen en meer lef in de studio is het devies. Spelen kunnen ze al.

File: My Favorite Scar – My Favorite Scar
File Under: Lekker en incidenteel héél lekker
File Audio: [ScarSpace]
File Video: [“Waste”] [“Kingsize“]