Suburban
Dat gaat niet helemaal lekker. Ik wilde al langer een stapeltje oudere albums bespreken maar ik werd afgeleid door andere zaken en had ondertussen ook nog eens te maken met soort writer’s block. Daarbij is oud werk al snel echt oud nieuws tegenwoordig en maak ik mezelf ook nog eens schuldig aan die ontembare honger naar nieuw materiaal. Niet te moeilijk doen, heb ik met mezelf afgesproken. Dan eerst maar een oudje en dan mag je daarna weer recenter werk beschrijven. Antillectual verdient het ook wel om nog opgepakt te worden. De band heeft de roots in mijn eigen stad Nijmegen en is een gerespecteerd exportproduct door de vele optredens in het buitenland. Zo stonden ze met hun melodische hardcore en emo- of skatepunk en sociaal betrokken teksten al in het voorprogramma van Bad Religion, NOFX, Propagandhi en Rise Against. Met Perspectives & Objectives kruipt de band nog wat verder in de melodieuze hoek en dat heeft niet altijd de kracht en de aanstekelijkheid van eerder werk, zoals op het vorige Start From Scratch!. “With Gaga on Our Side”, “Pink Print” en “Future History” vallen bijvoorbeeld op door onopvallendheid, maar “Work Horses Vs. Show Ponies” en “Mother Inferior” hebben wel die punch en opwinding. “Welcome To Le Jungle” is lekker uptempo maar mist dan weer een een pakkende melodielijn. Dat heeft “Bullies” juist wel en dat had een mooi ingetogen nummer kunnen zijn als het wat minder dichtgesmeerd was geweest met het standaard-punkgitaargeschut. Zo had ik ook “Books” ook liever met veel meer piano gehoord want het ingetogen nummer pakt hier een mooie en bijna gevoelige lijn. Antillectual lijkt op dit album wat zoekende naar de juiste balans tussen kracht en melodie. Het is me te veel als een Japanse auto. Het is degelijk, het maakt vele meters, het zal nooit verzaken, maar echt heel spannend wordt het ook weer niet.
File: Antillectual – Perspectives & Objectives
File Under: Degelijke punkrock, maar mist de wow-factor
File Audio: [Luister het album]
File Video: [Mother Inferior]
File Social: [Facebook] [Twitter]
Monthly Archives: April 2014
De Lux – Voyage
Innovative Leisure / Bertus
“Oh yeah, sweet melody
This is my psychotherapy
I wanna dance…”
Elke festival-dj heeft zo zijn eigen favorieten waar het op floorfillers aankomt. Jets “Are You Gonna Be My Girl” is op dat gebied een klassieker en ook de hits van Katzenjammer en The Baseballs kun je in dat rijtje opnoemen. En nog honderden andere tracks. Wat je eigenlijk nooit meer hoort tegenwoordig is LCD Soundsystem, hoe onterecht dat ook is. 3FM vindt “Daft Punk Is Playing At My House”, “Yeah” en “Losing My Edge” hun bekendere nummers, maar dat zijn alledrie lange nummers die even op gang moeten komen. Om die reden liggen allerlei hits van bands die door LCD Soundsystem zijn beïnvloed eigenlijk eerder wat meer voor de hand. Een daarvan is het gloednieuwe De Lux, ofwel het duo Sean Guerin en Isaac Franco uit Los Angeles. Hun uiterst dansbare debuutplaat Voyage telt 9 postpunk/indiediscoknallers in de stijl van LCD Soundsystem en The Rapture. Mijn absolute favorieten zijn het lekker compacte “Make Space”, “I’ve got to make a solid statement (No more likes and ums)” en “Love is a Space”, maar eigenlijk had ik wel de hele plaat kunnen noemen. Volgens de bio nam de band al zijn nummers in de eerste take op en is er niets opnieuw ingespeeld, wat zou verklaren waarom er zo ongelofelijk veel energie in deze plaat zit. Foutloos is-ie niet, maar in mijn dj-koffer zit-ie al, en in mijn jaarlijst gaat-ie geheid belanden.
File: De Lux – Voyage
File Under: Superdisco anno 2014
File Audio: [De debuut-EP ter download]
File Video: [Better At Making Time]
Spain – Sargent Place
Glitterhouse
Zo hoor je tijden – elf jaar om precies te zijn – niets meer van een band, zo brengen ze in geen tijd drie platen uit. 1995 was het jaar dat Spain The Blue Moods of Spain uitbracht. Een hoogtepunt in wat rond die tijd slowcore genoemd werd: traag gespeelde, somber getoonzette en vaak uitgesponnen liedjes. “Spiritual” werd prompt door Johnny Cash voor zijn tweede American Recordings-plaat opgenomen. Twee volgende albums en een verzamelaar, en de koek leek op voor de band rond zanger/bassist Josh Haden. Tot hij twee jaar geleden The Soul of Spain uitbracht en vorig jaar een plaat met sessies voor een radioshow, The Morning Becomes Eclectic Sessions. En nu dan Sargent Place. We horen geen verrassingen: de teksten zijn nog even eenvoudig (“Sunday Morning” bestaat uit één herhaalde zin), de muziek even spaarzaam. Brushes voor de drums, eenzame gitaarriffs, kalme pianoakkoorden en uiteraard de donkerbruine stem en de basgitaar van Josh Haden. Verder horen we zijn vader, jazzbassist Charlie Haden, en zus Petra in het mooie “The Fighter”. Er is in bijna twintig jaar niets veranderd.
File: Spain – Sargent PlaceFile Under: Zondagochtenden blijven altijd hetzelfde File Video: Love at First Sight (live)
Three Lions – Three Lions
Frontiers / Rough Trade
Als een Britse band zich heel chauvinistisch Three Lions noemt verwacht je uiterst Britse hardrock à la Snakecharmer of Thunder. Nee dus. Three Lions houdt zich bezig met de AOR van het grote gebaar, zoals we die ook kennen van Jeff Scott Soto en Pride Of Lions. Ook meer poppy AOR-varianten zoals Foreigner hoor je hier terug. Bij “Winter Sun” schiet mij zelfs “Broken Wings” van Mr. Mister te binnen. Poe hee! Maar goed, dat zijn niet de minste namen in die hoek en Three Lions slaat ook in die vergelijking helemaal geen slecht figuur. Vooral zanger/bassist Nigel Bailey is voor mij een openbaring. De andere twee zijn sowieso geen onbekenden, dat zijn gitarist Vinny Burns en drummer Greg Morgan. Die speelden al samen in Dare en Ten, en daarmee wordt de muzikale richting ook ineens een stuk logischer. (Wist u trouwens dat de inmiddels beroemde fysicus professor Brian Cox ooit in Dare zat? Echt waar!) Ook al is hier hier en dat wat netjes binnen de lijntjes – zoals we dat ook van Dare en Ten kennen – blijft het met gemak goed genoeg om een album lang te boeien. Simpelweg omdat de ervaring en kunde van Burns en Morgan hier worden aangevuld met een dijk van een stem. De productie van Alessandro del Vecchio is onopvallend maar effectief. Het wordt allemaal net niet te glad of pompeus, en dat is precies wat Three Lions nodig had. Alleen ballad “Two Hearts Beat As One” zit op het randje door de stopverftoetsen. Daar staan een paar uitschieters tegenover, zoals “Kathmandu”, met een licht Oosters tintje, en de instrumental “Sicilian Kiss”. Ik heb verder amper iets kunnen vinden over de achtergronden van Nigel Bailey. Dit is de eerste keer dat hij op cd te horen is en dat verbaast me zeer. Hij is namelijk degene die dit album boven de middelmaat trekt. AOR-bandjes zijn er veel, met vaak prima muzikanten, maar Bailey komt in de buurt van pakweg Magnums Bob Catley. Daardoor is Three Lions niet een van die vele bandjes waarbij het bijna allemaal klopt. Integendeel, Three Lions zou zomaar eens het Britse antwoord op Pride Of Lions kunnen worden.
File: Three Lions – Three Lions
File Under: Fijne verrassing
File Audio: [“Trouble In A Red Dress”] [Three Lions EPK] [LionTube]
Tarana – The Laden Soul Desires The Sun
Plasmatorus
Freejazz op single? Althans, het zijn maar twee songs, dus dat noem ik voor het gemak maar een single. Het kan goed zijn dat Tarana daarover dus compleet anders denkt. Tarana bestaat uit Ravish Momin en Rick Parker. Momin pielt wat met drums en elektronica, Parker toetert een moppie. In de jaren tachtig experimenteerde men zich suf. Drumcomputers en samplers waren het speelgoed voor muzikanten. In het geval van Afrika Bambaataa leverde dat soms aardige producties op. Je zag dat doorgesnoven jazzcats jaloers keken naar ferme ontwikkelingen die zij na de fusion niet meer hadden meegemaakt. En dus hoorde je Miles Davis een end weg blazen op biets en blieps in een van de songs op het Sun City-album van Artists United Against Apartheid. In een wat gestructureerdere vorm zou je kunnen bedenken dat een Kyteman de hiphop en de jazz dichter bij elkaar bracht waardoor iedereen in staat was om de moeilijkheidsgraad van jazz te doorgronden. Tarana haalt de vaart eruit en plakt sferische trombonetonen aan ambient en minimal music. Al dan niet ondersteund door wat flarden vrouwelijke vocalen. Zoals gezegd, de vaart is er dan allang uit. Jammer, het duo probeert verwoed terug te komen en de luisteraar te herpakken, maar dat slaagt maar half. Zeker als de synthesizers hun klinische opwachting maken, komen de jazz-instrumenten er maar bekaaid vanaf.
File: Tarana – The Soul Laden Desires The Sun
File Under: Doorgeschoten drumprogrammeur en een jazztoeteraar
Within Temptation – Hydra
Nuclear Blast
Puur vanuit commercieel opzicht beschouwd is de rond blikvanger Sharon den Adel opgetrokken band al jarenlang het meest succesvolle exportproduct van Nederland uit de harde muzieksector. Ooit, in een ver en grijs verleden, waren de gitaren hard ingemixt en werd er flink op los gegrunt, maar naar gelang de tijd verstreek ontstond een meer gestroomlijnd geluid dat meer dan zijdelingse raakvlakken had met het door metalheads veelal gehekelde popgenre. Niettemin heeft de muzikale verschuiving de band geen windeieren gelegd en werd wereldwijd succes geboekt. Er werd besloten het ditmaal weer eens over een andere boeg te gooien en de diversiteit van het Within Temptation-geluid weer naar voren te halen. Vandaar ook de titel van het kleinood, verwijzend naar het veelkoppige monster uit de Griekse mythologie dat telkens voorzien werd van twee nieuwe hoofden als er één afgehakt werd. De diversiteit wordt ondermeer vormgegeven door de introductie van een keurkorps aan hulptroepen, die nachtegaaltje Den Adel vocale bijstand verlenen. Zo zijn daar Tarja Turunen (ex-Nightwish), Howard Jones (ex-Killswitch Engage), Dave Pirner (Soul Asylum) en rapper Xzibit. Met name de laatste zorgt voor een nogal vreemde eend in de bijt. Het uiteindelijke doel was een terugkeer naar een steviger geluid te bewerkstelligen, maar die opzet is slechts ten dele geslaagd. Weliswaar zijn de gitaren wat harder en is een sporadische grunt te horen, maar de productie gaat nog altijd gebukt onder een stortvloed van melodieuze bombast en dat haalt de meerwaarde van deze cd, verpakt in stilistisch prachtig uitgevoerd digipack, enigzins naar beneden. De verstokte fans zullen de voorgekookte dis ongetwijfeld met smaak verorberen, maar de kans is groot dat de rest van het metalen legioen hoofdschuddend de hulp zal inroepen van held Herakles en diens neef Iolaos om hen ten tweede male in staat te stellen de Hydra een kopje kleiner te maken.
File: Within Temptation – Hydra
File Under: Terugkeer naar vervlogen tijden
Wye Oak
Het tweetal Wye Oak uit Baltimore bestaat al sinds 2006: het in eigen beheer uitgebrachte If Children kwam op de radar van Merge Records, een succesvol indielabel dat sinds 1989 wordt beheerd door Mac McCaughan en Laura Balland van Superchunk. Sindsdien geniet Wye Oak van een steeds groter wordende fanbase. De band bracht in 2011 Civilian uit, een enerverende (gitaar)popplaat vol onderhuidse dynamiek en slimme wendingen.
Wye Oak is qua werkwijze best uniek te noemen binnen het stramien gitaar-drums duo’s: Jenn Wasners onderkoelde zang en grillige gitaarspel staan lijnrecht tegenover multitasker Andy Stack, die de kunst van tegelijkertijd drums en toetsen spelen aardig onder de knie heeft.
De onverstoorbare Stack is de stabiele factor: een geluidsknutselaar pur sang die graag experimenteert met onconventionele ritmes. Wasner is juist een impulsieve dromer: deinend tussen verstilling en intensiteit is zij verantwoordelijk voor die opdrijvende dynamiek binnen Wye Oak. Tot dusver is die wisselwerking de kracht van Wye Oak geweest. Stack vertegenwoordigt de ondergrondse wortels van de grote eik: hij geeft Wasner de nodige houvast om op te bloeien en naar de hemel te reiken.
Tot dusver.
Bij het vierde album Shriek hangt Wye Oak de gitaar voor het grootste gedeelte aan de wilgen. Het is een dromerige, gelaagde elektronische plaat geworden: de live-chemie tussen Wasner en Stack is niet langer meer de voornaamste troefkaart. Bij de geleidelijk aanzwellende songs op Shriek bemoeien beide muzikanten zich nu evenredig met het totaalplaatje. De meeste arrangementen zijn namelijk op de computer geschreven.
Om achter te komen wat Wye Oak in hemelsnaam bezielt hun vertrouwde formule compleet overboord te gooien vertrekt File Under richting het MC Theater in Amsterdam, waar de band vanavond optreedt.
Continue reading
The War On Drugs – Lost In The Dream
Secretly Canadian
Helemaal hipperdepip, dat War On Drugs. Geweldige bandnaam, maar opener “Under The Pressure” schiet bij mij in het verkeerde keelgat. Als je vocalen hebt die ergens tussen Brian Adams en een jonge Bob Dylan inhangen, pak dan in elk geval niet de intonatie en frasering van ‘n Dylan op. Vind ik echt heel erg vervelend. En als je vervolgens muzikaal opent als een jaren ’80-Prefab Sprout-bandje, dan ben ik al geneigd om deze CD uit het raam te flikkeren. Nadat ze jarenlang hebben samengespeeld gaan de heren Kurt Vile en Adam Granduciel nu ieder hun eigen weg. Vile is met Wakin On A Pretty Daze goed terechtgekomen. De verwachting is dat Granduciel dat met deze derde CD ook kan. Americana-muziek is leidraad. Blues, rock en folk zijn afgeleiden. Het instrumentarium dat daarbij hoort is niet bepaald logisch te noemen. Songs van Dylan, Traveling Wilburys, Fleetwood Mac, Tom Petty en de community-songs met overwinningsroes van Bruce Springsteen associeer je niet snel met piano, orgel, phaser- en flangergitaren. Maar, dat het onmiskenbaar herkenbare songs zijn die in het grote Amerikaanse songbook thuishoren, zoveel is duidelijk. Granduciel is een eigentijdse dromer die in zijn eentje soundscapes maakt als een reiziger die de wereld en de veranderlijke landschappen vanuit een beslagen autoraampje aan zich voorbij ziet trekken. Hij krabbelt wat woordjes en flarden met zijn vinger op de ruit en heeft een song. De man heeft het in zich om al gitaarspelend en gesteund door een enorme band zijn ideale droomwereld te verwezenlijken, als zijn ego maar niet ondergesneeuwd raakt. Wie in zijn eentje werkt, hoeft niet bang te zijn voor de confrontatie. Het is voor War On Drugs nu hoofdzaak om zelfvertrouwen te winnen en te erkennen dat eigen zwakheden door anderen opgevangen kunnen worden. De tijd zal ons leren in hoeverre Granduciel zijn hersenspinsels durft over te dragen en niet als een Blue Nile of een Black een one-hit-wonder de boeken ingaat.
File: The War On Drugs – Lost In The Dream
File Under: Dromerige Americana van een einzelgänger
Barzin – To Live Alone In That Long Summer
Monotreme
Een week of twee geleden werd er weer een dikke enveloppe met te recenseren cd’s bij me bezorgd. Altijd leuk, zo’n stapel nieuwe muziek waarvan ik het meeste niet ken. Op goed geluk koos ik voor deze week de cd To Live Alone In That Long Summer van de Canadese singer-songwriter Barzin. De hoes deed namelijk vermoeden dat het weleens een rustig plaatje zou kunnen zijn en daar was ik wel aan toe na een druk paasweekend en het verjaardagsfeest van mijn dochter. Mijn vermoeden bleek te kloppen, want de cd is een warm bad van negen rustige melancholische liedjes. Er klinkt geen noot te veel, er wordt niet van de veilige paden afgeweken en de zang is net iets boven fluisterniveau. Daardoor wordt het nergens spannend. Hinderlijk is dat gek genoeg niet, want het hele album klinkt prachtig en mooi. Dat Great Lake Swimmer Tony Dekker meespeelt en -zingt en het album ook nog eens geproduceerd heeft is eigenlijk ook een logische verklaring voor deze gloedvol klinkende plaat. De muziek vertoont gelijkenissen met die van The Great Lake Swimmers, maar doet me ook denken aan de onthaastende muziek van Iron & Wine. Wie, afgaande op de titel, verwacht een album vol zonnige en zomerse liedjes te horen komt bedrogen uit. To Live Alone In That Long Summer is een album voor als de zon onder is gegaan, voor zwoele zomernachten of koude herfst- en winteravonden waarop je snakt naar een beetje warmte en het leven nog eens goed overdenkt.
File: Barzin – To Live Alone In That Long Summer
File Under: De betere mijmermuziek
File Video: [All The While]
File Facebook: [Barzin op Facebook]
File Twitter: [Tweets van Barzin]
Week 17, 2014
Ludo
Amatorski – From Clay To Figures
André
Marissa Nadler – July
Vonx
The Damned – Friday 13th – Live at the Roundhouse
DubbelMono
Pink Mountaintops – Get Back
Prikkie
Marc Ford – Holy Ghost
Janineka
Barzin – To Live Alone In That Long Summer
tBeest
Bong – Stoner Rock
Ewie
Mac Demarco – Salad Days
Gr.R.
Kalle Mattson – Someday the moon will be gold