1. Dirk Serries – Microphonics XXI-XXV
2. Äänipää – Through a Pre-Memory
3. Pharmakon – Abandon
4. Fire! Orchestra – Exit!
5. Oneirogen – Kiasma
6. Shining – One One One
7. Monomyth – Monomyth
8. Field Rotation – Fatalist: The Repetition of History
9. Destruction Unit – Deep Trip
10. (Ensemble Pearl) – (Ensemble Pearl)
Category Archives: Bas
Jaarlijst 2012: Bas
1. Scott Walker – Bish Bosch
2. Swans – The Seer
3. Burial – Kindred
4. A Dead Forest Index – Antique
5. Motorpsycho & Ståle Storløkken – The Death Defying Unicorn
6. The Slaves – Spirits of the Sun
7. Deftones – Koi No Yokan
8. Fire! & Oren Ambarchi – In the Mouth a Hand
9. Bersarin Quartett – II
10. El-P – Cancer for Cure
Fortarock 2012 – Napret
Door: Bas. Foto's: Tim
Na alle slechte vooruitzichten werden we volkomen onverwacht verblijd met wellicht wel het beste festivalweer ooit: zonnetje, 18 graden, weinig wind. Goed, daar hoeven we niet meer over te zeuren. Fortarock, voor het eerst uitverkocht met zo'n 15.000 mensen, vaart er wel bij; de bieromzet lijkt gedurende de dag richting Dynamo Open Air-proporties te gaan (en toegegeven, zijn er betere omstandigheden dan in een zon met prettig gezelschap en metal op de achtergrond bier te drinken? Nee toch?).
Continue reading
Fortarock 2012: Voorpret
Door: Bas
Zaterdag 2 juni. Nijmegen. \m/ !!!METAL!!! \m/. FORTAROCK, wellicht het grootste metalfestival van Nederland sinds het verscheiden van Dynamo Open Air. File Under zal verslag gaan doen en heeft nu al voorpret, want het programma is afwisselend en zoekt aardig wat grenzen op in het harde spectrum van de metal. Neem nu al opener BENIGHTED, een Franse deathmetalband die nogal bruut alle kanten op neigt te springen: blastbeats, grunts, screams, pig squeels (ja, ze bestaan), melodieuze gitaarsoli. Niet de makkelijkste band om de dag mee te beginnen, en als het een beetje waait wordt het één grote kakofonie van lawaai.
Wellicht dat SÓLSTAFIR het dan wat makkelijker heeft. Hoewel, het is wel de vreemdste eend in de bijt vandaag, het IJslandse viertal dat op hun laatste plaat gewoon in hun moedertaal zingt. Geen rechttoe-rechtaan-metal, maar uitgesponnen, op Killing Joke en Fields of the Nephilim gestoelde rock/metal, met een zanger die ook in een emoband had kunnen zingen. Een van onze favorieten van de dag, maar of de feestende metalheads hier iets mee kunnen is nog even de vraag.
Continue reading
Paradise Lost – Tragic Idol
Century Media
Ik heb even gedacht om deze recensie heel kort te maken. Komt-ie: “Tragic Idol, de nieuwe Paradise Lost plaat, klinkt als een heel fijne mengeling van Icon en Draconian Times. Maar verwacht niets nieuws.” Dat zou hem zijn geweest. Met dan wellicht nog zinnetjes erbij als “de kenners weten nu genoeg” of “als je van progressie houdt kun je beter verder zoeken”. Maar eigenlijk is het allemaal irrelevant. Paradise Lost heeft nog nooit een slechte plaat gemaakt – en dit is nummer 13 sinds 1990, ik geef het u te doen in het huidige muziekklimaat van hoogstens één album per drie jaar – en ook Tragic Idol is gewoon heel erg goed. Geen nieuwe dingen, geen progressie; wie had gehoopt op invloeden van of inspiratie door Vallenfyre, de andere band van PL-baas Greg Mackintosh kan alleen maar verder hopen. Maar wel weer een album vol memorabele momenten: die ijle synthnoten in opener 'Solitary One'; de dodelijke vertraging met daarna die sublieme terugkeer naar het oorspronkelijke ritme in 'To the Darkness'; die heerlijk rollende bassdrums in 'Theories from Another World'; die duidelijke Iron Maiden referenties in 'In This We Dwell' (twinsolo's en hop-hop-paardje-in-galop ritme); en die heerlijk vervreemdend percussieve drumpartij in 'Worth Fighting For', wellicht het enige moment dat de band iets anders dan anders probeert. En hoewel het titelnummer het enige liedje is dat wat achterblijft bij de rest, kan alleen maar geconcludeerd worden dat Tragic idol gewoon heel goed is. Ook dat is eigenlijk voorspelbaar bij Paradise Lost.
File: Paradise Lost – Tragic Idol
File Under: Voorspelbaar. Goed. Voorspelbaar goed.
Jaarlijst 2011: Bas
1. Blueneck – Repetitions
2. Motorpsycho – Roadwork vol.4: Intrepid Skronk
3. Jóhann Jóhannsson – The Miner’s Hymns
4. KILLL – KILLL
5. Ricardo Villalobos & Max Loderbauer – Re: ECM
6. Animals As Leader – Weightless
7. Jenny Hval – Viscera
8. A Winged Victory For The Sullen – A Winged Victory For The Sullen
9. 40 Watt Sun – The Inside Room
10. Birds Of Passage – Without The World
David Sylvian – Died In The Wool: Manafon Variations
Samadhi Sound
De man en zijn omfloerste stemgeluid. David Sylvian – veel eigenzinniger heb je ze niet in de hedendaagse muziekwereld – is een zachtaardige geweldenaar met een prachtig warme melancholische stem die me elke weer keihard in de ziel raakt. Zelfs Blemish, zijn avantgardistische meesterwerk uit 2003, is een emotioneel hoogstandje op zijn eigen keiharde, confronterende manier. De weg van vroege New Romantic naar avantgardist was trouwens een lange, fascinerende zoektocht; eentje die uiteindelijk leidde naar Manafon (2009), een bijzonder moeilijke plaat met minimalistische, vaak dissonante soundscapes. Met daar overheen nogal pontificaal voor in de mix het zo typerende stemgeluid van Sylvian. Kil, cerebraal, ontoegankelijk, en de eerste keer dat ik geen echte connectie met de beste man voelde.
Nu is er Died in the Wool: Manafon Variations; bewerkte stukken van het abstracte bronmateriaal. Zanglijnen bleven min of meer intact, maar mensen als Dai Fujikura en Evan Parker mochten in complete vrijheid hun gang gaan met de muziek (en voegden enkele nieuwe nummers toe). Met als verrassend resultaat dat dit nieuwe album toegankelijker en melodieuzer klinkt dat het moederschip. Let wel, dit is nog steeds geen Secrets of the Beehive maar het is hier een stuk comfortabeler vertoeven dan op Manafon. Vooral de afwisselend dissonante en ontroerende strijkers van Fujikura maken van Died in the Wool een prachtige luisterplaat op de grens van ambient en neo-klassiek. Het is echter Arve Henriksen (Supersilent) die op “A Certain Slant of Light (for m.k.)” vloeibare warme tranen uit zijn trompet laat rollen en er met de hoofdprijs vandoor gaat.
File: David Sylvian – Died In The Wool: Manafon Variations
File Under: Deze man verdient een standbeeld
Krallice – Diotima
Profound Lore
Het derde album in vier jaar, dat presteren maar weinig bands tegenwoordig. En dan is het ook nog eens razend complexe proggy blackmetal, van het type minstens 15 keer luisteren voordat er een recensie geschreven kan worden. Heb ik ook gedaan natuurlijk. Nee, echt! Vond ik niet zo’n probleem aangezien het titelloze debuut mijn favoriete album van 2008 was, en ook de opvolger – hoewel nog complexer en ontoegankelijker – stond in de jaarlijst van 2009. Big shoes to fill, zeggen ze dan, maar Krallice lukt het met gemak. Op Diotima kiezen ze weer voor iets meer melodie en minder voor techniek, en die keuze is de juiste. De band heeft werkelijk een superieur melodiegevoel waarbij de gitaristen op volle snelheid tegen elkaar inspelen. Hypermelodieus over een blastspeed, de ene prachtige riff na de andere. En dan die wanhopige blackmetalkrijs om het af te maken. Net als op de vorige twee albums, kun je dan zeggen in een kritische bui. En dan heb je bijna gelijk. De voornaamste verandering zit hem in de toevoeging van de brute grunt van de bassist, en het blijft ook na 15 keer luisteren onduidelijk of dat wel een verbetering is. Krallice had altijd iets ongrijpbaars over zich heen; meer wanhoop dan agressie. Met de grunt erbij wordt het totaal geluid iets richting aardse deathmetal geduwd. Maar beter of slechter, feit blijft dat er een ideeënrijkdom op je afkomt waar je eng van wordt. Een massieve muur van geluid, een bombardement aan prikkels waardoor ook dit Krallice album een veeleisende aangelegenheid is geworden. Maar daar is nog nooit een album slechter van geworden. En let op die geniale dodelijke versnelling op 10’40” in “Telluric Rings”!
File: Krallice – Diotima
File Under: Verplichte blackmetal kost
File Audio: [Telluric Rings]
Motorpsycho – Roadwork vol.4: Intrepid Skronk
Stickman / Konkurrent
Hoe je het ook wendt of keert, Motorpsycho is een pure live-band; hoe goed de albums de laatste jaren ook zijn geweest (en dat zijn ze!), de echte Motorpsycho zie je op het podium, met optredens van minstens twee uur – maar liefst langer – en uitgesponnen jams die liedjes van vier minuten transformeren in epische monsters van een kwartier. Dát is de echte Motorpsycho, en dat is precies wat je krijgt op nieuweling Roadwork vol.4: Intrepid Skronk, een van de beste (mag ik dat zeggen? Ja, dat mag ik zeggen) live-albums ooit. Zes nummers, 80 minuten, met jams en improvisaties die alle kanten op mogen gaan. Van mooie jazz naar uitzinnige jamrock, van ingehouden melancholie tot luide noise, van Supersilent-achtige soundscapes tot voortdenderende psychedelische krautrock. De liedjes? Prachtig als ze zijn, fungeren ze vooral als vehikel om de band te laten uitwaaieren naar welke windrichting ze ook maar uit willen gaan. De zoektocht naar de magie, naar het perfecte moment, is op zichzelf al prachtig en fascinerend. Maar eigenlijk veel wonderlijker is dat ze die momenten, die pure magie, ook daadwerkelijk bereiken, soms meerdere malen per liedje. Dat is weinigen gegeven, in het verleden de band zelf ook regelmatig niet. Maar nu, al dik 20 jaar oud, zijn ze (cliché-alert!) in de vorm van hun leven. En wij mogen daar getuige van zijn.
File: Motorpsycho – Roadwork vol.4: Intrepid Skronk
File Under: Beste Live-band Ooit
Hills – Master Sleeps
Transubstans / Clearspot
Als ik eerder de bandbio had gelezen had ik ze nooit meer serieus genomen. Als één van de voornaamste invloeden noemen ze namelijk de vroege experimenten van John Coltrane. Moet je bij mij niet mee aankomen, want Coltrane is God, en daarbij: de band klinkt nog geen seconde als Coltrane. Maar ik had de muziek ten tijde van het lezen van de bio al gehoord, en die was veel te goed om naast me neer te leggen. Dus hup, de bio in de prullenbak, en gewoon luisteren en spacen. En dat laatste is waar Hills het van moet hebben: spacen. Liefst rechtvooruit, regelrecht de kosmos in. Niet uitzinnig als Acid Mothers Temple of technisch en freaky als Ozric Tentacles, maar ontspannen doch doelbewust en dwingend doorgroovend à la Velvet Underground, vroege Monster Magnet en Wooden Shjips/Moon Duo. Heerlijk dooooorgaan op een enkel akkoord, beetje oosterse toonladders eroverheen, en dan de drone verder het werk laten doen. Vernieuwend? Totaal niet. En dat maakt geen ene moer uit, want space is the place.
File: Hills – Master Sleeps
File Under: De ruimte is mooi
File Audio: [MySpace]